Actualiteit

Derogatiemaatregelen voor het uitladen van slachtkippen

Derogatiemaatregelen voor het uitladen van slachtkippen

Het uitladen van slachtkippen is sinds 27/11/2020 verboden door een beslissing van Minister van landbouw David Clarinval na een positieve analyse van hoogpathogene H5N5 vogelgriep op een braadkippenbedrijf in Menen. Hierdoor moeten alle slachtkippen van eenzelfde toom afgevoerd worden binnen de 2 werkdagen die volgen op de eerste dag van laden. Voor tomen slachtkippen, die opgezet werden voor 27/11/2020, is een derogatie op deze verplichting nodig om te vermijden dat de wettelijke normen op het vlak van dierenwelzijn in het gedrang komen door het uitlaadverbod.

 

Algemene organisatie

 

Alle aanvragen voor een derogatie op het uitlaadverbod worden door de sector tweemaal per week gegroepeerd aan het FAVV overgemaakt. De algemene organisatie voor deze aanvragen gebeurt door de slachterijvereniging VIP (voor de slachtingen in België) en BFA (voor de slachtingen elders in de EU).

 

Voorwaarden

 

De volgende algemene voorwaarden zijn van toepassing voor een derogatie:

 

  • Enkel bedrijven die gelegen zijn buiten een restrictiegebied (beschermingsgebied, toezichtsgebied of bufferzone) komen in aanmerking.
  • Enkel braadkippen en andere vleeskippen komen in aanmerking.
  • De resterende dieren van het bedrijf moeten ten laatste op de 8ste dag na aanvang van het uitladen worden afgevoerd.

 

De volgende werkwijze is van toepassing op een pluimveebedrijf dat voor een derogatie is aangemeld:

 

  • Het op het bedrijf aanwezige pluimvee wordt door de bedrijfsdierenarts klinisch onderzocht in de 24 uur voor het uitladen. De dierenarts rapporteert en dagtekent zijn bevindingen op de fiche waarop de pluimveehouder de productieparameters van de betrokken toom bijhoudt.
     
  • De pluimveehouder noteert in zijn bezoekregister alle gegevens van de personen (vangploeg, vervoerder, helper, …) en voertuigen (trekker, oplegger, persoonlijke voertuigen, …) betrokken bij het uitladen. Hij noteert daarbij voor elke persoon de naam, de voornaam en de firma (of adres van de persoon indien niet verbonden aan een firma) en voor elk voertuig de nummerplaat of -platen.
     
  • De pluimveehouder garandeert een correcte toepassing van alle verplichte bioveiligheidsmaatregelen door alle betrokkenen, in het bijzonder op het vlak van het dragen van bedrijfskledij of wegwerpkledij, het toepassen van hygiënemaatregelen en de verplichte reiniging en ontsmetting van heftrucks/loaders (voor en na het laden) en van de wielkasten en banden van de voertuigen.

Aangezien vogelgriep door wilde vogels wordt verspreid en de omgeving van elke stal in het land door hun uitwerpselen kan besmet zijn, moet het schoeisel verplicht gewisseld worden, dan wel grondig gereinigd en ontsmet worden alvorens een andere stal op het bedrijf betreden wordt. Dit geldt ook voor de voertuigen, heftrucks en loaders telkens deze een stal ingaan.

 

De houder meldt inbreuken hierop door de vangploegen of andere betrokkenen aan de LCE.

 

Het volgende toezicht is van toepassing op elk bedrijf waar pluimvee uitgeladen werd:

 

  • De houder ontbiedt in de periode tot het volledig leeghalen van het bedrijf zijn dierenarts telkens er gezondheidsproblemen of afwijkende productieparameters worden vastgesteld bij de resterende dieren.
     
  • Bij een sterfte in een stal van meer dan 0,25% per dag moeten monsters voor een onderzoek naar vogelgriep worden ingestuurd naar het laboratorium in het kader van de verhoogde waakzaamheid. De dierenarts vermeldt op het analyseaanvraagformulier specifiek dat het om een bedrijf gaat waar werd uitgeladen.
     
  • De dierenarts meldt binnen de 12h na zijn bezoek zijn bevindingen per mail aan de LCE  (pri.xxx@favvafsca.be, met xxx de afkorting van de betrokken LCE).

De volgende regels gelden voor een vangploeg die uitlaadt:

 

  • Het uitladen op een bedrijf kan enkel als eerste activiteit van de werkdag voor een vangploeg. Alle navolgende bedrijven, die door deze vangploeg op dezelfde werkdag worden aangedaan, moeten volledig leeggehaald worden.
  • De vangploeg komt gedoucht toe. Indien er meerdere bedrijven op een werkdag geladen worden, moet na het uitladen opnieuw gedoucht worden alvorens de activiteiten op het volgende bedrijf te starten.     
      
  • De vangploeg respecteert strikt alle regels omtrent bioveiligheid. Ze volgt daarbij alle richtlijnen op die depluimveehouder oplegt.

De volgende regels gelden voor een slachthuis dat dieren slacht die werden uitgeladen:

 

  • De containers, die worden ingezet voor pluimvee dat wordt uitgeladen, worden tweemaal gereinigd en ontsmet alvorens opnieuw gebruikt te worden, nl.:
  • een eerste keer door de was-en ontsmettingsstraat (automatische reiniging en ontsmetting);
     
  • een tweede keer door een manuele reiniging met behulp van een hoge drukreiniger en door een ontsmetting met behulp van een rugsproeier of mobiel unit.
     
  • Er wordt bijzondere aandacht besteed aan de reiniging en ontsmetting van de betrokken voertuigen.

Deze instructie is voor onbepaalde duur van toepassing vanaf 29.11.2020.

Te vinden in: Alle categorieën , Braadkippen , Wetgeving , Dierengezondheid