Actualiteit

Alles op alles zetten om tot een haalbaar, realistisch en definitief PAS-kader te komen

Alles op alles zetten om tot een haalbaar, realistisch en definitief PAS-kader te komen

De laatste dagen is er veel commotie ontstaan nadat Vlaams minister van Omgeving Zuhal Demir de nieuwe tijdelijke PAS-richtlijn bekend maakte via een ministeriële instructie. In afwachting van de opmaak en goedkeuring van een definitieve stikstofaanpak biedt ze met deze instructies de adviserende overheden een reeks richtlijnen die kunnen worden aangewend bij de voorbereiding van vergunningsbeslissingen en adviezen. Aanleiding voor deze nieuwe richtlijn was het stikstofarrest van de Raad voor Vergunningsbetwistingen van 25 februari 2021 dat een behoorlijke tsunami op politiek en sectoraal niveau teweeg bracht.

 

Gewijzigde drempelwaarden

 

Het aangehaalde stikstofarrest maakt duidelijk dat de drempelwaarden in het voorlopige PAS-significantiekader, zoals tot op heden opgenomen in de Omzendbrief OMG/2017/01, niet verder konden worden toegepast daar ze niet wetenschappelijk onderbouwd waren. Voor het arrest gold een drempelwaarde van 5 procent, die is nu teruggeschroefd naar 0% voor ammoniakuitstoot (NH3 – veeteelt en mestverwerking) en naar 1% voor NOx-uitstoot (Industrie en transport). Concreet komt het erop neer dat er voor elke landbouwgerelateerde vergunningsaanvraag met ammoniakuitstoot er een passende beoordeling moet zijn dat aantoont dat de bijdrage van uw bedrijf geen significant negatief effect op een SBZ. Dit terwijl bepaalde industriële projecten wel nog via de voortoets een vergunning kunnen bekomen.

 

“Het woord standstill mag dan wel niet in de mond worden genomen, met een dergelijke drempel van 0% heeft het er wel veel van mee. Op zich is dit niet onoverkomelijk mocht dit een tijdelijk kader zijn, al bestaat de vrees dat deze tijdelijke PAS uitmondt in een definitieve PAS zoals in de vorige legislaturen en dit moeten we ten allen tijden vermijden willen we de sector dynamisch houden”, aldus Danny Coulier, voorzitter van de Landsbond Pluimvee.

 

Onzekerheid omtrent tijdelijk PAS-kader

 

Dit tijdelijk kader is er gekomen uit noodzaak na het N-arrest en is zodoende in afwachting van de implementatie van een definitief PAS-kader. Het tot stand komen van deze tijdelijke regeling was politiek gezien een moeilijke evenwichtsoefening. Echter kunnen we ons niet ontdoen van de impressie dat de veehouderij zwaarder is aangepakt t.o.v. de andere sectoren. Ondanks de uiteindelijke ‘doorbraak’ blijft deze ministeriële instructie voor onzekerheid zorgen.

 

In de Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie van dinsdag 4 mei uitte Bart Dochy zijn ongerustheid over de vergunningen van bedrijven die geen uitbreiding willen van hun exploitatie, maar een verderzetting tot aan de definitieve PAS. Minister Zuhal Demir had begrip voor het gegeven dat landbouwers zich zorgen maken over de continuïteit van hun bedrijfsvoering en stelde dat, ondanks dat er een passende beoordeling moet gemaakt worden om enigszins rechtszeker te kunnen zijn, er in sommige gevallen bestuurlijke lussen kunnen worden aangebracht tot aan het definitieve kader. Naar rechtszekerheid toe is dat wel belangrijk. Eerstdaags komt ook de impacttool online, zodat men dat op voorhand kan berekenen, zodat men een inschatting heeft.

In afwachting van een definitief PAS-kader zal wel verder worden ingezet op een aantal maatregelen om onmiddellijke stikstofreducties te realiseren, waaronder het  versterken van de handhaving van installaties om de emissies te beperken. Hierbij moet worden gecontroleerd of inderdaad de technische maatregelen werden gerealiseerd die de emissies kunnen realiseren.

Definitief kader

 

“Eind dit jaar wilt de Vlaamse regering een definitieve PAS-regeling afkloppen. Hierbij zullen we vooral aandringen om een realistisch en haalbaar kader uit te werken dat rekening houdt met de socio-economische belangen. Het heeft geen zin om drastische maatregelen te gaan doorvoeren, waarvan de meerwaarde te verwaarlozen is”, aldus Danny Coulier.

 

Minister Zuhal Demir verzekerde echter in de commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie dat er verschillende scenario’s onderzocht worden omtrent de milieu-effecten door wetenschappers om tot een definitief kader te komen waarbij er rekening zal gehouden worden met socio-economische impact van de elke maatregel. Dit zodat er goed in kaart gebracht kan worden wat een maatregel kost, wat het effect daar van is en welke impact het heeft op een sector. Bedoeling is dat de uitkomst van deze verschillende scenario’s rond eind mei/begin juni kenbaar gemaakt worden waarna er nog een openbaar onderzoek moet gebeuren dat 60 dagen zal duren gezien het grensoverschrijdend karakter van dit dossier.

 

“Sowieso zullen we vinger aan de pols blijven houden en meedenken in dit dossier om tot een realistische, haalbare en definitieve PAS-wetgeving te komen. Enkele zaken die we alvast mee zullen nemen in de onderhandelingen zijn:

 

  1. Dat er een werkbaar flankerend beleid wordt uitgewerkt. Dit zowel voor de zogenaamde ‘rode’ bedrijven als voor de ‘oranje’ bedrijven waarvan er aanpassingen gevraagd worden.
  2. Dat er een aangepaste regeling komt voor landbouwers die een pensioengerechtigde leeftijd hebben bereikt of voor bedrijven die pas overgenomen worden. Nu wordt de vergunningstermijn van niet-AEA stalsystemen beperkt tot 31 december 2030. Het kan niet zijn dat een bedrijf waarvan de eigenaars bijna de pensioengerechtigde leeftijd hebben bereikt nog expensieve aanpassingen moeten doen om één tot enkele jaren nog verder te mogen hun exploitatie uitvoeren.
  3. Dat de registratieperiode van AEA-stalystemen  sterk gereduceerd wordt. Vanuit de overheid willen ze volop inzetten op de implementatie van AEA-stalsystemen als een manier om op een vlugge en efficiënte manier een effect te hebben op de N-uitstoot. Echter duurt het wel vaak meer dan 2 jaar alvorens een AEA-systeem geregistreerd geraakt. Hierdoor is het systeem vaak al achterhaald nog voor het geïmplementeerd kan worden.  De overheid kan bovendien eveneens pro-actief zijn door bepaalde projecten te lanceren en financieel te ondersteunen.
  4. De link met het mestdecreet wordt hier duidelijk aangehaald. Hierbij is het naar ons inzien essentieel een onderscheid per deelsector te maken. Het afschaffen van NER’s met mestverwerking omwille de negatieve invloed op de waterkwaliteit zou ridicuul zijn voor de pluimveehouderij daar pluimveemest voor 96% wordt verwerkt en geëxporteerd naar het buitenland als hoogwaardige grondstof en dus niet op Vlaamse bodem terecht komt.
  5. Dat er rekening gehouden wordt met de reductie in uitstoot omwille van de natuurlijke afvloei door stoppende bedrijven om tot een stikstofuitstootreductie van 50% te bekomen op de KDW tot 2030 voor elk habitattype in een SBZ-H, de doelstelling van minister Zuhal Demir.”

“Een werkbare en leefbare toekomst voor onze innovatieve en jonge pluimveehouderij, daar is het ons om te doen. We zullen dan ook alles in het werk stellen zodat de definitieve PAS-regeling dit nog mogelijk kan maken”, aldus Delphine Vandaele, ondervoorzitster van de Landsbond Pluimvee.

 

Heeft uzelf specifieke vragen of hebt u bepaalde bezorgdheden, aarzel dan niet om deze kenbaar te maken aan ons via info@pluimvee.be.

 

Bron: Eigen verslaggeving (MC)– Foto: Shutterstock

Te vinden in: Leghennen , Alle categorieën , Braadkippen , Wetgeving , Milieu , Moederdieren - Broeierij , Juridisch