Het FAVV bracht ons deze avond op de hoogte van een aanpassing van de monsternemingsprocedure voor de vrijgave van stallen/bedrijven geblokkeerd voor fipronil.
Deze aanpassing moet problemen met de representativiteit van de monsterneming voorkomen en vergroot zo de betrouwbaarheid van de beslissing om een stal vrij te geven.
Vanaf nu dienen per stal 5 aparte monsters genomen te worden voor het vrijgeven en dit per productiedoeleinde.
Concreet moeten:
- 5 eimonsters van elk ten minste 12 eieren genomen worden voor de vrijgave van de eiproductie;
- 5 vleesmonsters van elk borstvlees/bil met vet van ten minste 3 à 5 kippen genomen worden voor de vrijgave van de dieren voor de slacht.
De eieren en dieren moeten in de stal genomen worden (dus niet in het eilokaal) door de vertegenwoordiger van de OCI en dit op een representatieve manier (= verspreid over de hele stal, verspreid over de verschillende verdiepingen ingeval van verrijkte kooien,…).
Het monsternemingsverslag van de OCI moet duidelijk vermelden waar de monsters genomen werden.
Het FAVV aanvaardt nog enkel de resultaten van de analyses indien dit monsternemingsverslag volledig is en voldoende gestoffeerd is en bovendien de resultaten in de lijn van de verwachtingen (eerdere analyseresultaten) liggen.
In dat verband is het dan ook belangrijk dat de pluimveehouder wanneer hij zijn aanvraag voor vrijgave richt aan de LCE ook de resultaten van andere (bijv. door hemzelf) genomen monsters meestuurt naar de LCE. Deze helpen om de continuïteit van de resultaten aan te tonen.
Het informatiedocument over de monsternemingen, dat bestemd is voor de sector en de OCI en dat op de website van het FAVV staat, wordt morgen in deze zin aangepast en verspreid.
(Bron: FAVV)