Het Nederlandse stalsysteem ‘E 5.15 - stal met buizenverwarming’ is in de Vlaamse Ammoniak Emissie Arme (AEA) lijst gekend als P-6.10 en op basis van Nederlandse data werd indertijd eenzelfde emissiefactor (EF) van 0,012 kg NH3/dierplaats/jaar aangenomen. De emissiefactor zal vermoedelijk in Vlaanderen verdubbeld worden naar 0,024 NH3.
Reeds eind 2022 werd evenwel in Nederland de EF van dit systeem verhoogd van 0,012 naar 0,021 kg NH3/dierplaats/jaar. In Vlaanderen was dit nog niet het geval, maar in het recentelijk advies van het Wetenschappelijk Comité Luchtemissies Veehouderij wordt nu een verdubbeling van de EF voor buizenverwarming voorgesteld of 0,024 kg NH3/dierplaats/jaar.
Nederland
In Nederland werd de EF van het stalsysteem ‘E 5.15 - stal met buizenverwarming’al eerder verhoogd naar aanleiding van een herbeoordeling van eerder ingediende meetrapporten. Hierbij leidde een hernieuwde interpretatie van de resultaten en een aangepaste berekening van de EF voor ammoniak, gebaseerd op eerder verzamelde gegevens, tot een verhoging van de EF van 0,012 naar 0,021 kg NH3/dierplaats/jaar met ingang van 1 december 2022.
Vlaanderen
In Vlaanderen werd het Nederlandse stalsysteem E 5.15 overgenomen op hun AEA-lijst als P-6.10 - Stal met warmwaterbuizenverwarming, met een EF van 0,012 kg NH3/dierplaats/jaar. In tegenstelling tot Nederland was de EF voor dit stalsysteem evenwel nog niet aangepast en daardoor bedraagt het momenteel nog steeds 0,012 kg NH3/dierplaats/jaar.
In Vlaanderen beoordeelt en adviseert het Wetenschappelijk Comité Luchtemissies Veehouderij (WeComV) adviesaanvragen met betrekking tot de emissiefactoren. Hun recente herbeoordeling voor het stalsysteem P.6.10, op basis van de beschikbare dataset en de best beschikbare methodieken voor herberekening, leidde tot een EF van 0,024 kg NH3/dierplaats/jaar of een verdubbeling van de huidige gehanteerde EF van 0,012 kg/dierplaats/jaar.
Er wordt momenteel nog gewacht op een eindadvies van het AT (Administratief Team Luchtemissies Veeteelt), waarna beide adviezen worden voorgelegd aan de minister van leefmilieu. De minister neemt vervolgens de eindbeslissing over de aanpassing van de EF op de lijst van emissiereducerende maatregelen (PAS- of AEA-lijst).
Consequenties
Hoewel het om een advies gaat en de EF nog zowel in het N-decreet als de AEA lijst moet geïmplementeerd worden - en naargelang de procedures het nog vele maanden kan duren – wordt toch vanaf heden best rekening gehouden met deze nieuwe EF voor lopende en toekomstige dossiers, aldus Katrien Boussery, sectoradviseur emissies bij het Departement Landbouw en Visserij.
Tekst: Pluimveeweb/Pluimvee (DV) – Bron: Pluimveeweb