In de zaak van dierenrechtenorganisaties tegen het Tieltse exportslachthuis zijn de undercoverbeelden, gemaakt door Animal Rights, verworpen als bewijsmateriaal. Voor FEBEV, de federatie van het Belgisch Vlees, is de beslissing van de rechter om de undercoverbeelden niet te weerhouden als bewijsmateriaal een belangrijk precedent voor volgende rechtszaken.
Strafmaat gekend
Het slachthuis in Tielt kwam in 2017 in opspraak nadat dierenrechtenorganisatie Animal Rights naar buiten kwam met undercoverbeelden. Vlaams minister van Dierenwelzijn Ben Weyts besliste zelfs met onmiddellijke ingang om de deuren van het slachthuis gedurende een aantal weken te sluiten. Zowel de zaakvoerder als het slachthuis zelf krijgen een boete van 16.000 euro, waarvan de helft met uitstel, voor inbreuken op het dierenwelzijn.
Undercoverbeelden onbetrouwbaar
Deze veroordeling kwam er echter niet op basis van de undercoverbeelden van Animal Rights, maar wel op basis van inbreuken, vastgesteld door de Vlaamse inspectie, tijdens inspecties nadat de undercoverbeelden opdoken. De rechter oordeelde dat dergelijke undercoverbeelden onbetrouwbaar zijn en zodoende niet als bewijsmateriaal kunnen dienen.
Belangrijk precedent
Voor FEBEV, de federatie van het Belgisch Vlees, is de beslissing van de rechter om de undercoverbeelden niet te weerhouden als bewijsmateriaal een belangrijk precedent. "De rechter geeft hiermee duidelijk aan dat het inbreken in installaties, of het nu een landbouwbedrijf of een slachthuis is, niet getolereerd wordt. Het is voor ons een signaal dat dialoog belangrijk is in plaats van met onrechtmatig verkregen beelden naar de media te stappen", zegt Michael Gore van FEBEV.
Tekst: Pluimvee – Bron: Vilt
Beeld: Dragosh Co/Schutterstock.com