De Belgische supermarkten schatten hun verlies door de fipronil-crisis op zo’n 15 miljoen euro. De supermarkten moesten uit voorzorg eieren uit de rekken halen en de crisis zorgde (althans tijdelijk) voor een mindere verkoop van de eieren. Bij Colruyt werd na het uitbreken van de crisis 20% minder eieren verkocht; Delhaize klokte dan weer af op 10 tot 15% minder verkoop.
In België zouden de supermarkten hun kosten niet doorrekenen aan de pluimveebedrijven omdat die zelf te goeder trouw hebben gehandeld en het slachtoffer waren van fraude. In Nederland echter is de retail dat wel van plan, zo liet het Centraal Bureau Levensmiddelenhandel (CBL) weten. “De rekening zal worden gelegd bij de pluimveebedrijven omdat zij een product geleverd hebben waar niemand op zat te wachten”, aldus CBL. De Nederlandse retail is de mening toebedeeld dat de pluimveehouders op hun beurt maar hun geld moeten halen bij de fraudeurs. In Frankrijk dan weer heeft de Franse Minister van Landbouw Travert aangegeven dat er slechts één Frans bedrijf is die met fipronil besmette eieren heeft geproduceerd. Bij de overige 2.900 Franse leghennenhouders die gecontroleerd werden, werd geen enkel spoor van fipronil teruggevonden. “Alle gevallen van besmetting in Frankrijk werden veroorzaakt door producten uit België of Nederland”, aldus Travert. Hij klaagde ook over de gebrekkige informatie-uitwisseling tussen de lidstaten. Dat is alvast een punt dat op de agenda staat van de Europese fipronil-top op 26 september. Ook een aantal van onze parlementsleden vinden dat het snelle, Europese waarschuwingssysteem RASFF een zeer goede tool is, maar dat het te veel afhangt van de goodwill van de nationale agentschappen om bepaalde dingen (tijdig) te melden of niet. Zij vinden dat er moet nagedacht worden over strengere regels rond waarschuwingen in kader van voedselveiligheid en dat dit automatisch moet gedeeld worden met de lidstaten en met de Europese Commissie. Intussen wordt volop verder gezocht naar de meest efficiënte manier om de fipronil uit de stallen te krijgen.
De Nederlandse Gezondheidsdienst voor dieren (GD) had eerder als advies gegeven om te werken met een 3% waterstofperoxide-oplossing (H2O2), maar dat mag volgens het Nederlandse College voor Toelating van Gewasbeschermingsmiddelen en Biociden niet gebruikt worden omdat de kippen er ademhalingsproblemen van (kunnen) krijgen. De GD paste hierop zijn advies (nog maar eens) aan.
(Tekst: Pluimvee – Bron: o.a. VILT & Boerderij)