Gestuwd vanuit bepaalde politieke hoek en specifieke NGO’s in Europa worden consumenten aangezet om minder of geen vlees meer te eten ten voordele van het milieu of specifieke gezondheidsredenen. Om een alternatief te kunnen bieden worden volop vleesvervangers naar voor geschoven. Echter bewijst een nieuw factsheet van de Europese afdeling van de Wereldgezondheidsorganisatie WHO, genaamd ‘Plantaardige diëten en hun impact op de gezondheid, duurzaamheid en het milieu’ dat sommige plantaardige vlees- en zuivelvervangers misschien niet beter of slechter zijn voor de gezondheid van mensen.
Volgens het rapport van de WHO kunnen veel van plantaardige vervangers, ook wel analogen genoemd, worden gedefinieerd als ultrabewerkte voedingsmiddelen (UPF's). Dat betekent dat ze een hoge energiedichtheid hebben en vaak veel natrium, verzadigd vet en vrije suikers bevatten, en een gebrek aan voedingsvezels en in vitamines en mineralen die worden aangetroffen in onbewerkte voedingsmiddelen (inclusief dierlijke voedingsmiddelen) en minimaal bewerkte plantaardige voedingsmiddelen.
Voor sommige onderzoekers is al het ‘gesleutel’ aan vleesvervangers voldoende om ze in de categorie ultraprocessed foods te plaatsen, ongezonde dikmakers die je ver van je bord moet houden. Richard Hoffman, universitair docent Voedingsbiochemie aan de Universiteit van Hertfordshire (UK), stelt bijvoorbeeld dat soja-eiwitconcentraat ongeveer even veel (kankerverwekkend) nitriet bevat als ontbijtspek. Het bindmiddel methylcellulose, dat plantaardige vleesvervangers het goede mondgevoel geeft, zou bij muizen ontstekingsreacties in de darm veroorzaken.
Gezondheidsrisico’s sommige vleesvervangers
Onderzoek toont aan dat een regelmatige consumptie van ultrabewerkt voedsel kan leiden tot negatieve gezondheidseffecten, waaronder overgewicht, obesitas, kanker, diabetes type 2 en hart- en vaatziekten. Volgens de makers van het WHO-document is de situatie behoorlijk zorgwekkend, aangezien aan consumenten wordt beweerd dat producten zoals plantaardige UPF's gezond zijn, terwijl dat in werkelijkheid niet zo is.
Tekst: Pluimvee/Pluimveeweb - Bron: WHO/Pluimveeweb – Foto: Shutterstock