Actualiteit

Raad van Dierenwelzijn pro mobiele slachteenheid

Raad van Dierenwelzijn pro mobiele slachteenheid

Door het grootschaliger worden van pluimveeslachterijen en het verdwijnen van de kleinschalige pluimveeslachterijen werden hoevevleesverkopers met slechts kleine partijen dieren gedwongen grote afstanden af te leggen om de dieren te kunnen slachten ten nadele van het dierenwelzijn. Het mobiele slachthuis zou een oplossing kunnen bieden, zo schrijft de Vlaamse Raad voor dierenwelzijn in zijn jongste advies.

Wettelijk en praktisch is het een haalbare kaart, bewijzen gelijkaardige mobiele slachteenheden in andere Europese landen. Bij de rendabiliteit stelt de slachthuizenfederatie FEBEV zich echter wel vragen. Een bijkomend voordeel is dat met een dergelijke mobiele slachteenheid manke dieren niet meer hoeven geëuthanaseerd hoeven te worden, maar op het bedrijf kunnen geslacht worden. Zo wordt verspilling van perfect consumptiewaardig vlees vermeden. Ook voor dieren die extensief gehouden werden en niet gewoon zijn aan contact met mensen kan de stress in een slachthuis zo groot zijn dat een alternatief zich opdringt. De Europese verordening laat het gebruik van mobiele slachteenheden toe. Volgens deze EU-verordening moet, met betrekking tot dierenwelzijn, bij het doden van dat dieren elke vermijdbare vorm van pijn, spanning of lijden vermeden worden.

Mobiele slachteenheid verbetert dierenwelzijn en vleeskwaliteit

De vrachtwagens komen tot op de boerderijen, om ter plekke de dieren te verwerken. “Dat kan het dierenwelzijn fors verbeteren”, zegt Dirk Lips, voorzitter van de raad. De Vlaamse adviesraad pleit daarom voor een wettelijk kader “met zoveel mogelijk garanties voor dierenwelzijn”, en breekt een lans voor steun aan initiatieven die mobiele eenheden willen ontwikkelen. Het Belang van Limburg vernam van ontslagnemend minister van Dierenwelzijn Ben Weyts dat hij het voorstel steunt. De krant toetste het advies ook af bij BioForum, één van de instanties die in opdracht van de Vlaamse overheid de haalbaarheid van mobiele slachteenheden onderzoekt. Paul Verbeke van BioForum zegt dat behalve de meerwaarde op vlak van dierenwelzijn – die in het kader van een onderzoeksproject door hogeschool Odisee onderbouwd werd – ook de vleeskwaliteit er mee gebaat zou zijn. Wanneer dieren stress hebben, komen immers hormonen vrij die de vleeskwaliteit negatief beïnvloeden.

Rendabiliteit staat ter discussie

Verbeke geeft slachthuizenfederatie FEBEV gelijk dat de rendabiliteit van een mobiele slachteenheid een struikelblok is. “Bij runderen zijn er vijf tot zes slachtingen per dag nodig voor ze rendabel zijn.” Een alternatief zijn kleinere 'dodingsunits', die de dieren ter plekke bedwelmen en doden waarna de rest van het proces in het slachthuis plaatsvindt. Bij een volledige mobiele slachteenheid gebeurt ook de verwerking van het karkas ter plaatse. Een mobiele dodingsunit heeft volgens FEBEV meer kans op slagen omdat er ook buiten de korte keten een markt voor is. Gedelegeerd bestuurder Michael Gore: “Elke veehouder komt wel eens tegen dat een dier niet goed te been is. Het mag dan niet op transport richting slachthuis want de wetgever schrijft voor dat een dier zich zelfstandig moet kunnen voortbewegen. Een mobiele 'dierenambulance' zou deze runderen of varkens uit hun lijden kunnen verlossen. Zo vermijd je dat een ongeschikt dier willens nillens toch op transport wordt gezet. En je vermijdt ook het alternatief dat geen steek houdt in het licht van de strijd tegen voedselverspilling, namelijk euthanasie van een dier met een manke poot dat voorts gezond is.”

Tekst: Pluimvee/Vilt – Bron: Vilt/Het Belang van Limburg - Foto: Bioforum

Te vinden in: Braadkippen , Wetgeving