Actualiteit

Ophokplicht in België blijft uit ondanks toenemende uitbreiding H5N8-virus

Ophokplicht in België blijft uit ondanks toenemende uitbreiding H5N8-virus

Binnen de sector klinken de stemmen steeds luider om een ophokplicht in te stellen. Dit uit vrees voor een mogelijkse besmetting met het hoogpathogene aviaire influenza H5N8-virus nu er, voornamelijk in Oost-Europa, redelijk veel besmettingen zijn. Het FAVV volgt de situatie op de voet op, maar is van oordeel dat een ophokplicht instellen op vandaag nog niet opportuun is.

Achtergrond

Het hoogpathogeen aviaire influenzavirus H5N8-vogelgriepvirus kende in de periode tussen november 2016 en maart 2017 een snelle en brede verspreiding over gans Europa. In totaal werden er toen een 30-tal landen getroffen, werden er meer dan 1.100 uitbraken genoteerd op commerciële bedrijven en hobbyhouderijen en stierven tientallen miljoenen wilde vogels ten gevolge van dit virus. Het huidige H5N8-virus lijkt in hoofdzaak hoogvirulent voor pluimvee maar slechts matig virulent voor wilde vogels, wat meer gebruikelijker is voor klassieke hoogpathogene vogelgriepvirussen. Het nadeel hiervan is dat de verspreiding van het H5N8-virus door wilde vogels moeilijker gemonitord kan worden.

Huidige stand van zaken

Sinds eind december 2019 worden er opmerkelijk veel nieuwe uitbraken gerapporteerd van het H5N8-virus. Met de constatatie van H5N8 in Israël, is Israël het achtste land waar het virus is vastgesteld na Polen (20), Slowakije (4), Hongarije (4), Roemenië (2), Tsjechië (1), Oekraïne* (1) en Duitsland (1). Het virus verspreidt zich voornamelijk langsheen centraal-Europese trekroutes.

Ophokplicht blijft uit

Tijdens een sectoroverleg met het FAVV werd de situatie uitvoerig besproken, doch is het FAVV van mening dat nu reeds een ophokplicht instellen voorbarig is omdat het risico op besmetting vanuit wilde vogels vooralsnog beperkt is. Dit aangezien de najaarstrek (lange-afstands-trekkers) grotendeels voltooid is, al zijn er nog lokale bewegingen (korte-afstand-trekkers) mogelijk onze richting uit onder druk van koude, slecht weer of te weinig voedsel. Bovendien zijn er geen indicaties van besmettingen langsheen die migratieroutes.

Als sectororganisatie kunnen we het standpunt van het FAVV begrijpen, alleen kan men zich niet ontdoen van het feit dat er op zijn minst veel twijfel heerst. Het virus is minder virulent voor wilde vogels, wat eveneens impliceert dat het virus via wilde vogels minder makkelijker wordt gedetecteerd en het zich ‘verdoken’ kan verspreiden. Trekroutes zijn een algemeen gegeven, hiermee wordt niet elke vogel gemonitord. Bovendien kent België verschillende gevoelige natuurgebieden waar er een permanente afschermplicht (netten) heerst voor professioneel pluimvee. Ondanks dat er een verplichting heerst in België voor professionelen en in de gevoelige natuurgebieden voor professionelen en hobbyisten om hun pluimvee binnen te voederen en te drenken, kan men zich er niet van ontdoen dat pluimvee zich drenkt via plassen die zich ophopen in de buitenloop, ook in de risicogebieden!

Ondanks dat een ophokplicht niet de ultieme maatregel is om de insleep van H5N8 te voorkomen, mag deze maatregel eveneens niet onderschat worden. Feit is dat wanneer er een uitbraak is, we sowieso een dag te laat zijn. Daarom blijven we het herhalen: “Liever twee weken te vroeg dan één dag te laat”. De overheid maakt zich sterk zijn verantwoordelijkheid niet te ontlopen, maar uiteindelijk is het wel de pluimveesector zelf die de gevolgen zou moeten dragen bij een uitbraak van HPAI H5N8.

Tekst: Eigen verslaggeving – Bron: Pluimvee/FAVV – Foto: Shutterstock

Te vinden in: Alle categorieën , Dierengezondheid