Met het overlijden van Gibert Vannieuwenhuyse (°1931 † 2021), op 1 maart jl te Kanegem, verliest de Vlaamse pluimveewereld een boegbeeld. Binnen de verschillende organisaties waarmee de pluimveehouderij te maken had, heeft hij een indrukwekkend parcours afgelegd. Zo was hij voorzitter van de Provinciale Vereniging van West-Vlaanderen (1970-1980 ). Tussen 1980 en 1996 was Vannieuwenhuyse nationaal voorzitter van de Landsbond.
Vooral zijn gevecht om een juiste marktprijs te bekomen voor eieren en zijn inzet hiervoor - die uiteindelijk leidde tot de officiële prijzencommissie Kruishoutem (huidige Kruisem) – zijn legendarisch. We citeren uit het boek “Nooit Vleugellam” van Clem Reynders het interview met Gilbert Vannieuwenhuyse over dit onderwerp.
“Er was begin zeventig in de sector veel ongenoegen over de marktprijs Kruishoutem. De handelaars bepaalden een prijs die voor ons niet realistisch was. In het binnenland werden trouwens betere prijzen betaald.
Omdat de producenten geen toegang hadden tot de marktcommissie zijn we in augustus 1974 gestart met een eigen prijs, de Landsbondprijs voor eieren. Die was gebaseerd op het gemiddelde van de twee veilingen in Kruishoutem. Die Landsbondprijs werd na de bijeenkomst van de marktcommissie uitgehangen. Dat veroorzaakte bij de eierhandel de nodige commotie.
Om de impact van de actie te vergroten, besloten we om de Landsbondprijs kenbaar te maken via een eigen wekelijkse nieuwsbrief: onze Marktinfo. Acht kranten en vakbladen publiceerden eveneens onze prijs. Je moet goed begrijpen, in die tijd waren er geen faxen, laat staan internet. De informatie over de markt van eieren was bijzonder schaars en beperkte zich tot wat input van de markt van Barneveld in Nederland. De juiste prijs meedelen aan onze leden was een belangrijk wapen in de strijd voor betere prijzen.
De handel reageerde echter furieus en weigerde zelfs na enkele weken nog een marktprijs vrij te geven. Voor ons was dit een eerste overwinning, maar op persoonlijk vlak werd ik hard aangepakt. Er werd zelfs druk uitgeoefend op mijn klanten om voortaan mijn producten niet meer af te nemen. Ik zat toen met leg- en moederdieren. Door gebrek aan afzet was ik verplicht mijn producten op de veiling af te zetten. Op initiatief van gemeentesecretaris D’Huyvetter werd er dan een vergadering belegd. Het resultaat was dat voortaan één producent samen met 8 handelaars in de eiercommissie mocht zitten. Ik vulde dat zitje in. Een ondankbare taak.
Als enkeling kon ik in die eiercommissie weinig forceren. Ik vond ook dat ik als enkeling in die commissie te veel verantwoordelijkheid moest dragen. De sfeer bleef bovendien bitsig. Voor mij was het snel duidelijk dat die situatie van één tegen acht niet houdbaar was. Na de zoveelste crisis werden er meer producenten in de commissie toegelaten. Van één vertegenwoordiger gingen we naar drie. Met Gaston Van Tichelt en Norbert De Rycke zijn we in de provincies de mensen gaan overtuigen om zich in te zetten voor die prijzencommissie. Alle neuzen moesten in dezelfde richting wijzen.
Uiteindelijk zijn we gekomen tot een evenredige samenstelling van de commissie. We moesten wel een toegeving doen: de Landsbondprijs voor eieren mocht voortaan niet meer geafficheerd worden”.
De wekelijkse publicatie van “Marktinfo”, die op ruim 300 exemplaren weken werd gepost, kreeg uiteindelijk met het internet en de installatie van de website van “Pluimvee” een modern vervolg waardoor de marktinformatie nog vlotter bij de pluimveehouders geraakte.
Voormalig hoofdredacteur Clem Reynders leerde Gilbert in de loop van 1974 kennen.
“Gilbert,” vertelt Clem, “was een bijzonder dynamisch lid van onze redactieraad. Een man met een mening die een serene discussie nooit uit de weg ging. Hij miste zelden of nooit een redactieraad. Onze periodiek lag hem nauw aan het hart. Vooral de stipte bezorging van ons vakblad, dat volgens hem nogal eens te laat verscheen, was voor hem een stokpaardje. Persoonlijk had ik met Gilbert een sterke band. Die werd niet alleen gevoed door de interesse voor de sector maar ook door gemeenschappelijke hobby’s: oude automobielen. Gilbert bezat enkele fraaie exemplaren. Het restaureren van antieke auto’s was voor hem meer dan een passie.
Ook het bouwkundig patrimonium van zijn gemeente, Kanegem, lag hem nauw aan het hart. Vele jaren leidde hij bezoekers rond in de iconische kerk van Kanegem – de kathedraal van te lande - waarvan hij zo’n beetje de huisbewaarder was. Wie tijdens weekdagen de kerk wilde bezoeken kon bij Gilbert de sleutel krijgen.
Voor ons blijft hij een bijzondere pluimveehouder, een gedreven voorzitter, een man met een missie die zijn voet mag zetten naast twee andere bekende inwoners van zijn gemeente: wielerlegende Briek Schotte en kardinaal Danneels. (LM & CR).