Actualiteit

H3-problematiek deint verder uit

H3-problematiek deint verder uit

Met opnieuw een bevestiging, ditmaal van een legbedrijf uit Ardooie, staat de teller momenteel op acht. De laagpathogene vogelgriepvariant H3N1 is momenteel de rode draad doorheen deze hele problematiek, al is de pathogeniteit van dit virus te beperkt om de klinische symptomen te veroorzaken die worden waargenomen. Dit doet vermoeden dat een bepaalde co-infectie mee aan de basis ligt. Een uitgebreide screening moet hierin duidelijkheid brengen.

H3N1

H3N1 is een laagpathogene variant van het vogelgriepvirus die op zich geen klinische symptomen vertoont of toch zeker niet van die aard waarmee de getroffen bedrijven zijn geconfronteerd, nl. een verhoogde mortaliteit, een legdaling en een gereduceerde voeder- en wateropname. Ondanks dat de pathogeniciteitstest van het gevonden virus, uitgevoerd door Sciensano, nog lopende is, is het reeds duidelijk dat het pathogenisch karakter van dit virus beperkt is.

Maatregelen

In principe is er enkel een wettelijk kader om bepaalde maatregelen te verkrijgen vanuit de overheid bij H5- en H7-stammen, dit zowel bij laag- als hoogpathogene varianten OF indien de pathogeniciteitsindex meer bedraagt dan 1,2, wat hier absoluut niet het geval is. 

Een belangrijk gegeven hierbij is om zo spoedig mogelijk te achterhalen wat de exacte oorzaak is. Betreft het om het H3N1-virus dat in combinatie met een co-infectie, vermoedelijk ILT, IB of ORT, de klinische symptomen veroorzaakt of speelt er iets anders, los van het H3N1-virus, een rol van betekenis? Een uitgebreide screening op alle leg- en vermeerderingsbedrijven (incl. enkele braadkippenbedrijven), daar het tot op heden enkel bij leg- en vermeerderingsbedrijven klinische symptomen vertoont, in een straal van 1,5 km rondom de betreffende bedrijven zou meer duidelijkheid moeten brengen op korte termijn.

Daarnaast worden de kadavers van de getroffen bedrijven telkens op het einde van dag opgehaald, om mogelijkse besmetting via Rendac te voorkomen.

Er is geen officiële ophokplicht, al ondersteunt het FAVV wel om, al zeker tot in afwachting van de uiteindelijke oorzaak, pluimvee met buitenloop in West- en Oost-Vlaanderen preventief op te hokken.

In afwachting van meer duiding is het cruciaal in deze dat elke pluimveehouder stress in het koppel weert en de bioveiligheidsmaatregelen aanscherpt:

  • Laat geen onnodige bezoekers toe op het bedrijf en al zeker niet in de stallen.
  • Werk uitsluitend met hokeigen materiaal en schoeisel.
  • Gebruik virocide ontsmettingsmiddelen voor het ontsmetten van schoeisel en rollend materiaal.

Tekst: Eigen verslaggeving

Te vinden in: Leghennen , Alle categorieën , Braadkippen , Wetgeving , Moederdieren - Broeierij , Dierengezondheid , Onderzoek , Laagpathogene aviaire influenza H3N1