Het feit dat regelgeving achterloopt op technologische ontwikkelingen is zorgwekkend, dit stelt Jeroen Kortekaas die zich bij Wageningen Bioveterinary Research volop toelegt op de ontwikkeling van nieuwe vaccintechnologieën voor het bestrijden van vogelgriep.
“Puur technisch gezien zijn virologen in staat om heel snel nieuwe effectieve vaccins te maken, het probleem is echter dat de meest veelbelovende technieken in Europa onder de wetgeving voor genetische modificatie vallen die belast is met strenge regelgeving. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de registratie van een vaccin meerdere jaren aansleept, terwijl een uitbraak van vogelgriep zich al in een paar maanden tijd door heel Europa kan verspreiden."
Naast een niet te onderschatten economische impact, vormt vogelgriep eveneens een bedreiging voor de volksgezondheid. Juist daarom is het uitermate belangrijk om snel en efficiënt vaccins te ontwikkelen bij nieuwe uitbraken. “Natuurlijk zou een universeel vaccin dat tegen alle influenzavirussen werkt, de heilige graal betekenen”, zegt Jeroen Kortekaas, viroloog bij Wageningen Bioveterinary Research.
“Vaccinatie is principe wel mogelijk, alleen is de huidige manier inefficiënt. De gekende vaccins zijn geïnactiveerde vaccins, deze zijn niet geschikt voor nood-vaccinatie in het geval dat er een uitbraak heerst, waarbij in korte tijd grote hoeveelheden dieren gevaccineerd moeten worden”, zegt Kortekaas.
“Bij gebruik van een geïnactiveerd vaccins moet namelijk elke kip individueel gevaccineerd worden, idealiter zelfs twee keer. Dat is in korte tijd niet haalbaar.” Bovendien treedt er vervolgens maar bescherming op tegen één bepaald subtype van het virus.
“Essentieel aan een efficiënt vogelgriepvaccin zou moeten zijn dat het geschikt is voor massale toepassing, bijvoorbeeld in spray-vorm of via drinkwater”, vertelt Kortekaas. Dat betekent dat je in principe een levend vaccin nodig hebt. Uit angst dat deze levende virussen via uitwisseling van genen in een gevaarlijke virulente sta zouden kunnen veranderen, zijn in dit geval levend-verzwakte vogelgriepvirussen niet geschikt voor vaccinatie.
“Een andere oplossing is een levend vectorvaccin te maken. Hierbij wordt een ander type verzwakt virus gebruikt, waarin een gen is ingebouwd. Er wordt wel een immuunrespons opgewekt tegen het vogelgriepvirus, maar het vectorvirus is niet in staat om zich te verspreiden en is daarom helemaal veilig”, vertelt Kortekaas. “Een veelbelovende vector is een vaccinstam van het Newcastle disease virus (NCD). Er bestaan al vaccins gebaseerd op levend-verzwakt NCD-virus, die geschikt zijn voor massa-applicatie. Als die aangepast worden, krijg je een vaccin dat niet alleen beschermt tegen NCD, maar ook tegen vogelgriep. Om dergelijke innovatie zaken er door te krijgen, moet de regelgeving echter spoedig meebewegen met de wetenschappelijke ontwikkelingen.”
Teskt: Pluimvee – Bron: Vilt