Actualiteit

Gaat Nederland kritische depositiewaarde heroverwegen?

Gaat Nederland kritische depositiewaarde heroverwegen?

Deskundigen van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) in de Nederlandse Kamer spraken duidelijke taal, “Als de overheid zich blijft blindstaren op de kritische depositiewaarden, dan is in de toekomst alleen nog landbouw mogelijk in serres en gesloten stallen.” De overheid moet breder kijken bij de beoordeling van natuurdoelstellingen.

 

De Nederlandse stikstofcrisis lijkt uitzichtloos, de gemoederen laaien hoog op met speculaties over onteigeningen en het intrekken van vergunningen. De ramingen van de kostprijs zijn niet meer beheersbaar. Bovendien zou in sommige streken zoals in Noord-Brabant en Gelderland landbouw volledig moeten verdwijnen om de stikstofdoelstellingen te halen.


In een hoorzitting in de Nederlandse Tweede Kamer heeft het PBL – dat de Nederlandse overheid adviseert op vlak van natuur en ruimtelijke ordening – die redenering nu verdiept. De overheid zou moeten overwegen om niet stikstof centraal te stellen in het natuurbeleid, maar de natuurkwaliteit. Door alleen te focussen op de kritische depositiewaarden zou stikstof in sommige gebieden met wel 90 procent moeten worden gereduceerd. De depositie vanuit het buitenland is dan nog niet eens meegeteld.

 

Het PBL stelt vast dat de benodigde stikstofreductie dus niet kan worden gerealiseerd met technische maatregelen, omschakeling naar biologische of circulaire bedrijfsvoering en met verbredingsactiviteiten.

 

KDW als enige kompas?

 

Die kritische depositiewaarde (KDW) is gebaseerd op rekenmodellen, waar weliswaar wetenschappelijke consensus over bestaat. Het PBL stelt dat de KDW's juridisch bindend zijn geworden omdat er weinig andere wetenschappelijke informatie beschikbaar is over de reële staat van natuur. Maar in plaats van blind te varen op KDW’s zou de overheid ook gewoon meer wetenschappelijke informatie kunnen verzamelen over de staat van de natuur en op basis van bredere overwegingen maatregelen nemen.

 

Het PBL vergeleek de natuur met een COVID-patiënt met onderliggende comorbiditeiten: “Als we stikstof zien als een coronabesmetting, zal die patiënt weerbaarder worden als andere drukfactoren worden weggenomen. Omgekeerd kan het zo zijn dat de patiënt alsnog vroegtijdig komt te overlijden door die andere drukfactoren die in sommige gebieden heel bepalend zijn voor de natuurkwaliteit, als die hoge stikstofdepositie niet wordt weggenomen.”

 

Kwalitatievere data

 

“De spanning tussen doelen, strategie en consequenties zal minder groot zijn wanneer niet stikstof maar gebiedsspecifieke natuurkwaliteit centraal gesteld wordt als nationale doelstelling”, zegt het Planbureau, “De Europese richtlijnen bieden daar ruimte voor en een gebiedspecifieke aanpak zou daar beter bij aansluiten. Dat vergt investeringen in de gebiedsspecifieke ecologische dataverzameling, analyse en wetenschappelijke oordeelsvorming.” Wetenschappelijke commissies zouden dan de informatie over natuurgebieden beoordelen en advies geven. Dat zou ook wetenschappelijk bewijs zijn waar de rechter zich op kan baseren, naast de KDW's.

 

In veel habitattypes zal stevige emissiereductie van stikstof nog altijd nodig blijven. In andere gebieden kan de focus mogelijk op andere maatregelen komen te liggen. Naast stikstof zou de overheid meer kunnen kijken naar bijvoorbeeld het creëren van extra leefgebied en beter waterbeheer.

 

Bron: NieuweOogst.nl – foto: Shutterstock

Te vinden in: Alle categorieën , Wetgeving , Milieu