Het gaat van kwaad naar erger met het onterecht viseren van de landbouw in Vlaanderen, vindt Benedikt Sas, algemeen directeur van Diergezondheidszorg Vlaanderen (DGZ). “Daardoor loopt de voedselvoorziening in de toekomst een groot risico”, schrijft hij in een opiniestuk.
Men hanteert bewust foutieve cijfers rond stikstofemissies en deposities in het PAS, om zo landbouwbedrijven te laten stoppen, waarna de landbouwgronden onterecht worden ingepikt door natuurverenigingen, voor een groot deel gesubsidieerd door de Vlaamse overheid. De Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) wordt voor de Vlaamse overheid stilaan een Problematische Aanpak Stikstof. Het had veel beter en gemakkelijker geweest mochten landbouw, milieu en natuur louter een federale bevoegdheid zijn gebleven.
Aan de basis van dit PAS-ontwerp staan medewerkers van het kabinet-Demir die eveneens (bestuurs)leden zijn van natuurverenigingen. Als er iemand van B-Post meewerkt aan beleidsvorming op het kabinet van minister De Sutter of iemand van de Haven Antwerpen bij minister Jambon, dan zijn er problemen omwille van mogelijke belangenvermenging. Voor medewerkers vanuit Natuurpunt is er blijkbaar geen vuiltje aan de lucht. Om het rookgordijn voor het brede publiek wat langer hoog te houden, werft minister Demir te elfder ure nog een medewerker vanuit een landbouworganisatie.
De stikstofcijfers zijn veelal gebaseerd op berekeningen en modellen met zeer grote foutenmarges, en weinig of niet op correcte metingen. VMM beweert bijvoorbeeld dat de ammoniak in Vlaanderen voor 95 procent afkomstig is van de landbouw, terwijl recente wetenschappelijke studies die gepubliceerd worden in internationaal zeer hoogstaande wetenschappelijke tijdschriften, bijvoorbeeld Nature, aantonen dat 40 tot 49 procent van de ammoniak afkomstig is uit verbranding, dus industrie en verkeer.
Bovendien moeten de resterende percenten dan nog worden verdeeld over de bevolking, onder andere de riolering en het afvalwater (ook de mens is immers een dier), de ammoniak afkomstig uit de natuur zelf en tenslotte de landbouw. Niet vergeten echter dat de landbouw ook stikstof capteert en dit omzet naar eiwitten, iets wat industrie of verkeer niet doen.
Het kabinet van minister Demir is wel degelijk op de hoogte van dergelijke recente wetenschappelijke publicaties, maar probeert dit weg te zetten als zijnde “één van de vele meningen”. Dergelijke studies dwarsbomen immers haar demagogie richting het brede (kies)publiek om alle milieuproblemen in de schoenen van de landbouw te schuiven.
De Vlaamse regering bouwt maar verder op foute cijfers, waardoor we stilaan een wankel kaarthuisje krijgen
De Vlaamse regering bouwt maar verder op deze foute cijfers, waardoor we stilaan een wankel kaarthuisje krijgen. Het wordt blijkbaar alsmaar moeilijker om studiebureaus te vinden die nog willen meegaan in dit verhaal en studies willen uitvoeren op maat om nadien rapporten op te leveren met de gewenste resultaten. Een recent voorbeeld is het tevergeefs zoeken naar een studiebureau om een Milieueffectrapport (MER) te genereren. Gans dit PAS hoort maar op péén plaats thuis: in de prullenmand.
Gelukkig worden ondertussen juridische procedures opgestart tegen het gebruik van deze verkeerde cijfers en het onterecht inpikken van landbouwgronden. Gelukkig begint er ook wel wat weerwerk te komen in de politiek, maar desondanks verkiest minister Demir de vlucht vooruit en tracht ze haar wil door de strot van de Vlaamse boeren en burgers te duwen via haar éénzijdig opgestelde ministeriële instructies. Hoeveel juridisch draagvlak is hiervoor nog te vinden?
Ondertussen verdwijnen helaas vele waardevolle landbouwgronden in de handen van natuurverenigingen, en verdwijnt stilaan de landbouw uit Vlaanderen. De vlek van de natuurgebieden dijt ook gestaag uit omdat omliggende landbouw niet meer voldoet aan de emissienormen en schadelijk zou zijn voor bepaalde (uitgeselecteerde) plantjes of omdat de plotsklaps opduikende wolven voldoende habitat en natuurgebied moeten krijgen, etc.
De gemiddelde boer is 57 jaar. Richting toekomst is opvolging noodzakelijk om nu te kunnen voldoen aan de enorme groeiende vraag naar voeding. Maar, boeren en landbouw die nu verdwijnen komen niet zomaar morgen terug. In de EU zijn we momenteel nog net iets meer dan 100 procent zelfvoorzienend qua dierlijke productie en zuivelproductie. Tijdens gesprekken met het Directoraat Generaal voor de Landbouw van de EU, werd gezegd dat men verwacht dat tussen 2022 en 2032 de dierlijke productie met maximaal 1 procent zou afnemen. Als antwoord op de bezorgdheid dat de huidige aanpak van de EU met betrekking tot de landbouw zal resulteren in een veel grotere afname dan 1 procent, waardoor we niet langer zelfvoorzienend zouden zijn, kwam het antwoord dat men dan wel de knop zal omdraaien zodat kort nadien er wel weer voldoende zal zijn. Dit is uitermate naïef, want men kan absoluut niet verwachten dat de landbouw die vandaag stopt er morgen gewoon weer terug zal staan indien gewenst.
De wereldbevolking en bijgevolg ook de vraag naar voeding neemt toe, terwijl de voor landbouw geschikte gronden afnemen omwille van klimaatverschuivingen. Begin juni heeft China nog gecommuniceerd om “turbo te zetten op landbouw” om een voedselapocalyps te voorkomen. Omwille van aanhoudende hitte of omwille van zware regenval mislukken de oogsten, sterven de dieren, neemt de voedselschaarste toe en stijgen de prijzen. “Voedsel is het grootste probleem voor onze nationale veiligheid”, zo luidt het. Niet alle beleidsvoerders zijn blijkbaar vergeten dat de gensters die het kruitvat van de Franse Revolutie in 1789 hebben laten ontploffen de voedselschaarste en de stijging van de broodprijs waren. Ook de internationale conflicten, zoals de oorlog tussen Rusland en Oekraïne, zijn niet bevorderlijk voor de voedselvoorziening. Rusland liet op 17 juli weten de graandeal op te schorten.
Wil men trouwens hier in Europa iets significant bijdragen aan de wereldwijde milieuproblematiek, zou men beter de landbouw hier houden waar er geschikte gebieden zijn en de efficiëntie en productiviteit enorm hoog is, in plaats van verder regenwouden te blijven kappen in bijvoorbeeld Brazilië om op minder efficiënte manier aan landbouw te doen en om vervolgens via schepen over lange afstand deze landbouwproducten naar Europa te transporteren.
In Vlaanderen en in Europa wordt voornamelijk de dierlijke productie geviseerd. Men probeert via projecten rond eiwittransitie zoveel mogelijk mensen om te vormen tot vegetariërs of veganisten. Er wordt echter vergeten dat de mens fysiologisch een alleseter is en nood heeft aan dierlijke producten of zuivelproducten. Ook is een groot deel van de plantaardige productie niet geschikt is voor menselijke consumptie. 1 kilo vegan voedsel genereert minstens 3 tot 5 kilogram biomassa die ongeschikt is voor menselijke consumptie, maar wel geschikt is als diervoeder. De veestapel is dus een promotor van plantaardige productie (dierlijke mest) en zet de plantaardige restafval om tot nutritioneel waardevolle voeding.
Het is enorm kortzichtig van de Vlaamse regering, en van Europa, om nu de landbouw te viseren en af te bouwen, in plaats van de landbouw te koesteren als een belangrijke strategische waarde richting toekomst
Vee kan ook worden gehouden op locaties en regio’s die ongeschikt zijn voor plantaardige productie. Grasland gedijt bijvoorbeeld onder vrij brede klimatologische omstandigheden en is trouwens de vegetatie die het meest CO2 en stikstof capteert, fixeert en omzet naar eiwit. Gecultiveerd grasland althans, geen verwilderd of mager grasland vol met voor de dieren schadelijke kruiden zoals Sint-Jacobskruid of berenklauw. Tot nader order verteren mensen geen gras, runderen echter wel. Tegenstaanders van dierlijke productie zouden kunnen stellen om dierlijk eiwit of nutriënten dan te produceren via celcultuur, het zogenaamde kweekvlees of kweekzuivel. Helaas vraagt het zeer veel energie om bioreactoren te laten draaien en is productie op grote schaal zeer moeilijk. De voedingstoffen om de cellen te laten groeien zijn nog steeds van dierlijke oorsprong of het zijn zeer hoog opgezuiverde plantaardige bestanddelen afkomstig van dat deel van de plantaardige productie dat gebruikt wordt voor de productie van vegan voedsel en niet van de plantaardige reststromen. De veestapel zal dus altijd een belangrijk onderdeel vormen van de voedingsketen. Vandaar ook dat wetenschappers over gans de wereld de Dublin Declaration ondertekenen voor het behoud van de veestapel.
De wereldbevolking neemt toe, terwijl de klimatologische veranderingen en de internationale conflicten een zeer nefaste invloed hebben op de voedselvoorziening. Wil men voldoen aan de vraag naar voeding en de hongersnood wegwerken, moet de wereldwijde productie van primaire landbouwproducten het volgende decennium toenemen met 28 procent. Het is enorm kortzichtig van de Vlaamse regering, en van Europa, om nu de landbouw te viseren en af te bouwen, in plaats van de landbouw te koesteren als een belangrijke strategische waarde richting toekomst om zo een soevereiniteit te behouden qua voedselvoorziening en de eventuele surplus te valoriseren naar andere regio’s in de wereld.
Graag dus zeer dringend een herstelplan voor de landbouw in Vlaanderen. De Vlaamse overheid zou alvast kunnen beginnen om de gronden die op basis van verkeerde informatie en verkeerde cijfergegevens door natuurverenigingen onterecht en met subsidies van de overheid zijn ingepikt, terug te geven aan de landbouw.
Bron: Opiniestuk Prof. dr. Benedikt Sas is algemeen directeur van Diergezondheidszorg Vlaanderen vzw (DGZ), Melkcontrolecentrum Vlaanderen vzw (MCC), VIVEE cv en verbonden aan de Universiteit Gent, Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen, vakgroep voeding. – Foto: Shutterstock