De pluimveesector werd door de omzendbrief van het FAVV van 03/04/2020 in snelheid gepakt en met verstomming geslagen toen bleek dat het niet langer mogelijk was om een tegenonderzoek aan te vragen. Dit ondanks dat 30% van de positieve gevallen negatief is na tegenonderzoek. Een evidentie dat de sector onmogelijk akkoord kon gaan dat 10.000den dieren onnodig worden afgemaakt of onnodig waardeverlies wordt geleden. Het FAVV heeft ondertussen een voorstel gelanceerd om in uitzonderlijke situatie alsnog een tegenonderzoek te rechtvaardigen. Het is nu wachten op het antwoord van de Europese Commissie alvorens dit al dan niet in voege zal treden.
Tegenonderzoek
Indien een foktoom positief test voor één van de 6 te bestrijden serotypes zoönotische Salmonella (Salmonella Enteritidis, Salmonella Typhimurium, Salmonella Infantis, Salmonella Virchow, Salmonella Hadar en Salmonella Paratyphi B var. Java), worden er een hele resem aan maatregelen opgelegd, waarvan de meest ingrijpende het logistiek slachten of vernietigen is en dit binnen de maand na de eerste positieve staalname. Leghennenhouders zaten met een gelijkaardig probleem, echter was er voor hen geen verplichting tot ruiming waardoor ze hun eieren (en vlees) blijvend tegen een veel lagere prijs moesten afzetten indien positief, daar deze eieren naar de verwerking moesten om een hittebehandeling te ondergaan. Om het onnodig slachten van gezonde dieren of onnodig waardeverlies tegen te gaan werd een tegenonderzoek (cfr. bevestiginsonderzoek) uitgevoerd om vals positieve analyseresultaten eruit te filteren.
30 % tegenonderzoeken blijkt vals positief
In de periode 2017-2019 waren er 27 positieve staalnames (18 in 2017, 8 in 2018 en 1 in 2019) waarbij uiteindelijk 8 (30 %!) tegenonderzoeken vals positief bleken te zijn na verificatie (resp. 5, 2, 1). Informatie uit Nederland toont aan dat bij onze Noorderburen, over de laatste drie jaar, het aantal vals positieve tomen zelfs 60 % bedroeg!.
Het afschaffen van deze tegenonderzoeken zorgt echter op geen enkele manier voor een verhoging van de volksgezondheid, maar is wel een aanslag op het Sanitair Fonds en in hoofdzaak voor de getroffen pluimveehouder die hierdoor aankijkt tegen een afwaardering en een lange leegstand zonder inkomen.
Afschaffing bevestigingsonderzoek
Het FAVV nam deze beslissing nadat de Europese Commissie België had meegedeeld dat het Belgisch Salmonellaprogramma niet voldoet aan de Europese regels en dat de cofinanciering voor het programma 2020 dan ook opgeschort wordt. Dit was voor het FAVV de reden om met onmiddellijke ingang te stoppen met de systematische bevestigingsonderzoeken in de hoop alsnog een goedkeuring te krijgen van de Europese Commissie voor het Salmonellaprogramma 2020.
FAVV zet deur op een kier
Het FAVV heeft nu bij een voorstel ingediend bij de Europese Commissie om in uitzonderlijke situaties alsnog een tegenonderzoek te mogen uitvoeren. Indien het voorstel wordt goedgekeurd zullen bevestigingsonderzoeken alleen in uitzonderlijke gevallen toegestaan worden wanneer een te bestrijden serotype in een toom leghennen of fokpluimvee wordt opgespoord aan de hand van routinemonsters die door de exploitant zijn genomen. Voor officiële monsters die zijn genomen door DGZ/ARSIA en door het FAVV worden geen bevestigingsonderzoeken uitgevoerd.
Deze analyses worden alleen toegestaan als het FAVV van mening is dat er twijfel bestaat over de waarheidsgetrouwheid van het resultaat (positief of negatief). De houder zal zelf geen bevestigingsonderzoeken kunnen vragen, zoals voorheen was toegestaan onder het vroegere Koninklijk Besluit van 27/04/2007. Het is dus het FAVV dat zal beslissen of bevestigingsonderzoeken kunnen worden uitgevoerd.
Deze bevestigingsonderzoeken zullen worden uitgevoerd door het FAVV of door de verenigingen (DGZ/ARSIA) en zullen worden betaald door het FAVV. Er zullen ook spiermonsters worden genomen voor de opsporing van antimicrobiële stoffen. Als antimicrobiële stoffen worden aangetroffen, wordt de toom als positief beschouwd, zelfs als het resultaat van de bevestigingsonderzoeken negatief is voor een te bestrijden salmonella.
Aan de hand van de volgende criteria kan worden nagegaan of een bevestigingsonderzoek kan worden uitgevoerd op een toom die positief is voor een te bestrijden serotype:
- het betrokken bedrijf is sedert ten minste vijf jaar niet meer positief voor zoönotische salmonella;
- het bedrijf waarvan de positieve toom afkomstig is, heeft gedurende ten minste vijf jaar geen voor zoönotische salmonella positieve toom gehad;
- de toom waarin de te bestrijden salmonella is aangetroffen, bevat pluimvee van ten hoogste 52 weken oud.
De criteria zullen worden gecontroleerd in de SANITEL-databank. Indien de gegevens niet bijgewerkt of onjuist zijn, kunnen de criteria niet worden gecontroleerd en kunnen geen bevestigingsonderzoeken worden uitgevoerd. Het is daarom belangrijk dat alle wettelijk vereiste informatie in SANITEL wordt opgenomen.
Naast deze criteria is het uiteraard van essentieel belang dat de wettelijke bioveiligheidsnormen in de pluimveebedrijven strikt worden nageleefd, anders zullen geen bevestigingsonderzoeken overwogen worden.
“Mocht dit erdoor komen is dit een eerste stap in de goeie richting, al blijven we trachten een structurele oplossing te bekomen op Europees niveau”, aldus Martijn Chombaere, beleidsmedewerker bij de Landsbond Pluimvee.