Het Vlaams Parlement heeft beslist dat het decreet dat het mogelijk maakt om de vergunning van landbouwbedrijven te verlengen tot eind 2023 eerst naar de Raad van State moet. Volgens de oppositie is de rechtszekerheid niet gegarandeerd.
Omdat voor sommige van de landbouwbedrijven de vergunning op korte termijn verstrijkt, diende de meerderheid een voorstel van decreet in dat het mogelijk moet maken om, zolang er geen definitief stikstofdecreet is, de activiteiten alleszins voort te zetten tot eind 2023. Als de regering voor 1 januari 2023 overgaat tot de definitieve vaststelling van de stikstofaanpak, worden de vergunningen verlengd tot 1 juli 2024.
“We willen voorkomen dat landbouwers in de situatie komen dat hun vergunning vervalt en dat ze niet kan vernieuwd worden”, legde Bart Dochy (cd&v) uit. “Laat me duidelijk zijn dat het niet gaat om nieuwe vergunningen, maar om een verlenging van bestaande vergunde situaties, ook voor de rode bedrijven desgevallend. Op die manier kunnen deze bedrijven op zijn minst tot de definitieve PAS verder werken.” Open Vld’er Steven Coenegrachts benadrukte dat het enkel gaat om een oplossing voor een juridisch vacuüm.
De oppositie, met name Groen en Vooruit hadden felle kritiek op het voorstel van decreet. Op voorstel van de Groen-fractie werd dan ook beslist om de tekst eerst naar de Raad van State te sturen.
Tekst: Pluimvee/Vilt – Bron: Vilt – Foto: Shutterstock