De Nederlandse rechtbank in Arnhem oordeelde op woensdag 20 mei dat Mathijs IJ. En Martin van de B., de twee oprichters van bloedluisbestrijder Chickfriend, wisten dat ze stallen schoonmaakten met het verboden middel fipronil. Ze zijn dan ook aansprakelijk voor de door pluimveebedrijven geleden schade. Patrick R., de Belgische leverancier van het middel Dega-16, staat in België terecht. De hoogte van de te vergoeden schade wordt in een aparte procedure begroot.
Bewijs via Whatsapp
Het staat volgens de rechtbank vast dat Chickfriend sinds 2016 op grote schaal fipronil heeft gebruikt voor de bestrijding van bloedmijt. Dat blijkt uit verklaringen, maar ook uit de grote hoeveelheden van het middel Dega-16 dat het bedrijf inkocht in de jaren dat de stallen van ongeveer 250 pluimveebedrijven daarmee werden gereinigd. Ook blijkt uit Whatsapp-berichten tussen de twee Chickfriend-eigenaren dat ze bij een inval bij hun kantoor in juli 2017 poogden bussen Dega-16 weg te sluizen.
‘Bestanddelen middel Dega-16 onbekend’
De eigenaren van bloedluisbestrijder Chickfriend verklaarden nooit geweten te hebben van de gevaren van hun middel aangezien ze niet wisten wat de effectieve bestandsdelen waren.
Tekst: Pluimvee – Bron: Boerderij – Foto: Shutterstock