In juli 2019 werd er door een varkenshouder op de Vaalmoer te Meer een vergunningsaanvraag ingediend voor een mestverwerking met compostering waarin ook pluimveemest verwerkt zou worden. Maar daardoor kwam de bioveiligheid van een nabij gelegen vermeerderingsbedrijf (moederdieren) en een opfokbedrijf voor leghennen in gevaar.
Immers pluimveemest kon van overal aangevoerd worden met de nodige risico’s voor ziekten (en ruiming) tot gevolg. Mede hierdoor kwamen er op de afzetkanalen (lees toekomst) van de betrokken pluimveehouders druk te staan.
Daar de pluimveemest in de vergunningsaanvraag er niet uitgehaald kon worden, voor Vlarem is mestverwerking voorzien voor alle soorten mest, werd er tegen de vergunning - verleend door de Deputatie van de Provincie Antwerpen - beroep aangetekend bij de Minister voor Omgeving (Zuhal Demir).
Door middel van een DADING, uitgewerkt door Monard Law en de betrokken veehouders werd er een oplossing gevonden. In de DADING werd op dwingende wijze gestipuleerd dat de varkenshouder nooit of te nimmer pluimveemest mag verwerken, noch mag aanvoeren. Met een speciale bijstellingsprocedure bij de Deputatie tracht de varkenshouder de pluimveemest ook expliciet uit de omgevingsvergunning uit te sluiten. Tevens werd er een circulatieplan uitgewerkt om de mobiliteit in goede banen te leiden.
Voor het betrokken vermeerderingsbedrijf en opfokbedrijf werd op die manier juridische zekerheid geboden.
Tekst en bron: de betrokken pluimveebedrijven