Actualiteit

Bijkomende uitbraak van het hoog pathogene H5-vogelgriepvirus, ditmaal op een kalkoenbedrijf in Deerlijk

Bijkomende uitbraak van het hoog pathogene H5-vogelgriepvirus, ditmaal op een kalkoenbedrijf in Deerlijk

Op  29 januari 2021 is het vogelgriepvirus van het type H5N8 vastgesteld op een kalkoenenbedrijf in de gemeente Deerlijk, provincie West-Vlaanderen. Het gaat om een hoog pathogene variant van het virus. Gezien het klinische beeld niet overeenkomt met hetgeen men kan verwachten bij een hoog pathogene variant, doet vermoeden dat het eveneens hier om een primaire introductie gaat in pluimvee. Deze nieuwe uitbraak heeft geen invloed op de aangekondigde bijkomende derogatiemogelijkheid voor het uitladen van braadkippen.

 

Om een verdere verspreiding van het virus tegen te gaan, werd het aanwezige pluimvee geruimd en is er een beschermingsgebied met een straal van 3km en een toezichtsgebied met een straal van 10 km rond de haard ingesteld.

 

Deze nieuwe besmetting brengt het aantal besmettingshaarden bij pluimvee met het vogelgriepvirus H5 in ons land daarmee op vier. Eind 2020 werd een hoog pathogene variant van het virus vastgesteld op een pluimveehouderij in Menen en bij een particuliere houder in Dinant, de besmetting van een pluimveehouderij in Diksmuide werd veroorzaakt door een laag pathogene variant. Daarnaast zijn er ook besmettingen vastgesteld bij wilde vogels op een twintigtal locaties in West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen en Luik.

 

Bijkomende maatregelen rond de haard moeten verspreiding van het virus voorkomen

 

Bovenop de maatregelen die gelden voor het hele land (zie persbericht van 14 november 2020), wordt nu ook een beschermingsgebied met een straal van 3 km en een toezichtsgebied met een straal van 10km ingesteld rond de pluimveehouderij in Deerlijk. Binnen deze gebieden worden aanvullende maatregelen genomen. De maatregelen zijn voor onbepaalde duur van kracht.

 

In het toezichtsgebied (10km) is het verplaatsen van alle pluimvee, andere vogels en broedeieren verboden (doorvoer doorheen de zone is wel toegelaten). Elke houder van pluimvee moet zijn dieren in hun hok voeren en drenken. Bovendien moet elke professionele pluimveehouder in deze bufferzone binnen de 72 uur een inventaris opmaken waarin aangeven wordt hoeveel dieren er per soort gehouden worden.

 

In het beschermingsgebied (3km) dienen pluimvee en de andere vogels in de stallen, gebouwen of hokken opgesloten te worden. Het verplaatsen van alle pluimvee, andere vogels en broedeieren is verboden (doorvoer doorheen de zone is wel toegelaten). Bovendien moet elke professionele pluimveehouder binnen de 24 uur, en particuliere houder van pluimvee of vogels binnen de 48 uur, een inventaris opmaken waarin aangeven wordt hoeveel dieren er per soort gehouden worden.

 

In beide zones worden een reeks aanvullende maatregelen opgelegd aan professionele bedrijven.

 

Aanvullende maatregelen in het toezichtsgebied
Aanvullende maatregelen in het beschermingsgebied

 

Ophokplicht voor pluimvee blijft gelden, ook voor particulieren!

 

Het FAVV herinnert particuliere en professionele houders van pluimvee eraan dat de ophokplicht nog steeds verplicht moet worden toegepast in het hele land (alle pluimvee moet worden opgehokt of door middel van netten worden afgeschermd zodat contact met wilde vogels vermeden wordt). Wanneer houders een verhoogde sterfte opmerken, of bij elk ander symptoom van ziekte, moeten houders onmiddellijk hun dierenarts te contacteren.

 

De algemene maatregelen, inclusief de ophokplicht, zullen maar kunnen versoepeld worden indien de dreiging van besmetting via wilde vogels afneemt. Deze situatie kan mogelijk zelfs tot aan het voorjaar van 2021 blijven duren.           
Bron: Persbericht FAVV – Foto: Shutterstock

Te vinden in: Alle categorieën , Dierengezondheid