“Ik heb nog nooit iemand horen zeggen dat staalproducent ArcelorMittal zijn productie moet halveren als antwoord op het klimaatprobleem. Terwijl alleen al de fabriek van ArcelorMittal in Gent meer CO2 uitstoot dan de totale landbouwsector. En dan heb ik het enkel over de fabriek in Gent, die in Luik laat ik nog buiten beschouwing.” Met dit gezegd zijnde duidde Joris Relaes, administrateur-generaal van ILVO, direct de hele klimaatheisa rond landbouw in het juiste perspectief. Dit deed hij tijdens een hoorzitting in de commissie Landbouw van het Vlaams Parlement over duurzame en betaalbare productie van gezond voedsel.
Tijdens de hoorzitting hekelt hij ook het rechtstreeks vertalen van afspraken over klimaatdoelstelling op wereldniveau naar landenniveau. “De melkveehouderij is vaak kop van Jut in het klimaatdebat. Maar als we de melkproductie in Europa vergelijken met die in India, dan zien we dat ze in 2016 allebei 160 miljard liter melk hebben geproduceerd. Maar in India heeft men 122 miljoen koeien nodig om die hoeveelheid te produceren, terwijl Europa het kan met 23 miljoen koeien. In het kader van methaanuitstoot betekent dat een wereld van verschil.” Daarom vindt Relaes dat de wet van de comparatieve voordelen ook moet toegepast worden in het klimaatdebat. Want waarom zou je de landbouw in België en Nederland, zowat de beste plaatsen ter wereld om aan landbouw te doen, afbouwen ten voordele van andere regio’s waar de productie veel minder efficiënt kan? Het zou ook absurd zijn om aan Nieuw-Zeeland te vragen om de melkproductie te halveren, want nergens ter wereld is men beter in melk produceren dan daar.”
Landbouw is volgens hem ook de enige sector waarvan de export in vraag wordt gesteld. “Ik heb nog nooit een gelijkaardige suggestie gehoord voor andere economische sectoren. Hoe wordt er vanuit een perspectief van duurzaamheid naar de chemische industrie gekeken? Alle olie die daar gebruikt wordt, wordt ingevoerd uit het Nabije Oosten. Daarvan worden plastic korrels gemaakt die op hun beurt allemaal geëxporteerd worden. De landbouw exporteert maar een deel, terwijl in de chemische industrie alles wordt uitgevoerd.” Daarmee doelt Relaes op de vleesproductie die in Vlaanderen in vraag wordt gesteld.
Als laatste benadrukt Joris Relaes wel dat dit niet wegneemt dat de landbouw verder volop de kaart van innovatie en duurzaamheid moet trekken. Hij verwijst onder meer naar het onderzoek rond methaanuitstoot waarbij ILVO-onderzoekers erin geslaagd zijn om in proefopstelling de uitstoot van methaan door koeien met 34 procent te verminderen door aan het voeder en het management te sleutelen. “Wel is de maatschappij heel ongeduldig. We hebben jarenlang getalmd om het klimaatprobleem aan te pakken en nu wil men van vandaag op morgen een oplossing. We overschatten vaak wat er op één jaar kan gebeuren, maar we onderschatten dan weer wat er op tien jaar kan gerealiseerd worden”, besluit Relaes hoopvol.
Tekst: Pluimvee/Vilt - Bron: Vilt