Actualiteit

Afstandsregels pluimveestallen terug naar af?

Afstandsregels pluimveestallen terug naar af?

In een recent arrest van 2 mei 2019 (arrest nr. 244.351) sprak de Raad van State zich uit over de versoepeling van de afstandsregels voor pluimveestallen van september 2008. De Raad van State besliste dat deze soepelere afstandsregels buiten toepassing worden gesteld omdat ze onwettig zijn.

De aanleiding van het arrest van de Raad van State is een beroep tot nietigverklaring van de VZW Aktiegroep Leefmilieu Kempen gericht tegen een milieuvergunning van september 2016 voor een kippenbedrijf uit de Antwerpse Kempen. In haar beroep stelt de VZW gegriefd te zijn door de versoepeling van de afstandsregels in artikel 5.9.5.3, § 5, van Vlarem II. Deze versoepeling werd ingevoerd bij artikel 99, 3°, van het wijzigingsbesluit van 19 september 2008. De VZW stelt een zogenaamde vraag tot buitentoepassingstelling van deze soepelere afstandsregels.

Afstandsregels

Volgens de Vlaamse milieureglementering Vlarem moeten veeteeltbedrijven aan bepaalde afstandsregels voldoen om te mogen groeien. Deze afstandsregels worden bepaald aan de hand van het aantal dieren en aan de hand van de waarderingspunten die een bedrijf toegekend krijgt op basis van een aantal criteria, zoals de manier van ventileren en mestafvoer. Naarmate een bedrijf meer waarderingspunten haalt, vermindert de afstand of kunnen er op het bedrijf meer dieren worden gehouden.

Versoepeling in 2008

Binnen de pluimveesector vormden de afstandsregels een belangrijke struikelblok om de bedrijven toe te laten zich verder te ontwikkelen. Zij stonden niet in verhouding tot de zogenaamde belasting die de pluimveehouderijen veroorzaken. Immers, zodra een bedrijf de grens van 60.000 dieren overschreed, moest het rekening houden met een afstand van 1 km of 500 m tegenover de gevoelige gebieden die in Vlarem zijn omschreven (woongebieden, natuurreservaten …). De plaatsen in Vlaanderen waar deze afstandsregels konden worden gehaald zijn zeer schaars.

In 2008 werden de afstandsregels, na lang aandringen vanuit de sector, effectief soepeler gemaakt. Volgens het verslag bij deze wijziging gebeurde de verlaging van de afstanden ten aanzien van de gevoelige gebieden op een manier die de hoogwaardige bescherming van het leefmilieu niet in het gedrang brengt.

Exceptie van illegaliteit

Art. 159 Grondwet bepaalt dat alle rechtbanken in ons land de algemene, provinciale en plaatselijke besluiten en verordeningen alleen toepassen in zover zij met de wetten overeenstemmen. Uit deze grondwettelijke regel volgt dat rechters een onwettig besluit van een gemeente, provincie, minister of regering buiten toepassing kunnen stellen. Men noemt dit de exceptie van illegaliteit. Aan de rechter wordt daarbij gevraagd om een onwettig besluit als onbestaande te beschouwen voor de beoordeling van een bepaald geschil. Dit is precies wat de VZW Aktiegroep Leefmilieu Kempen deed met de in 2008 versoepelde afstandsregels. Deze afstandsregels zijn immers vastgesteld door de Vlaamse Regering en dus opgenomen in een besluit dat door een rechter kan getoetst worden op haar wettigheid.

Standstill-beginsel

In haar arrest van 2 mei 2019 oordeelt de Raad van State dat de afstandsregels voor pluimveestallen uit 2008 onwettig zijn omdat ze in strijd zijn met het zogenaamde standstill-beginsel. Dit beginsel impliceert dat het door het bestaande milieubeleid bereikte beschermingsniveau niet meer kan worden afgebouwd. Meer specifiek verwijt de Raad van State de Vlaamse Regering niet dat zij het beschermingsniveau van het leefmilieu zouden hebben afgebouwd door de afstandsregels uit 2008, maar wel dat de Vlaamse Regering onvoldoende de standstill-werking van het te voeren milieubeleid heeft getoetst.

Alleszins is volgens het arrest van de Raad van State deze verplichte toetsing aan en oordeelsvorming in het licht van het standstill-beginsel door de Vlaamse Regering niet op een controleerbare wijze geschied. Om die reden laat de Raad van State het artikel van het Besluit van de Vlaamse Regering waarmee een nieuwe tabel met afstandsregels voor pluimveebedrijven werd ingevoerd buiten toepassing.

Gevolgen?

In principe geldt een buitentoepassingstelling slechts in één bepaalde zaak. Anders dan in een procedure tot vernietiging verdwijnt een besluit bij een exceptie van illegaliteit niet uit het rechtsverkeer. De huidige afstandsregels, zoals versoepeld in 2008, blijven voorlopig nog bestaan. Het valt te verwachten dat tegenstanders van een uitbreiding of hernieuwing van een omgevingsvergunning reeds van tijdens de vergunningsprocedure zullen wijzen op het arrest van de Raad van State waarbij de onwettigheid van de huidige afstandsregels werd vastgesteld. En hoewel een vergunningverlenende overheid zelf niet bevoegd is om een onwettig besluit buiten toepassing te plaatsen is het natuurlijk wel zo dat op het einde van de rit nog altijd een rechter, nu de Raad voor Vergunningsbetwistingen, de wettigheid van de vergunning en dus ook van de afstandsregels die werden toegepast, zal controleren.

Dit arrest zal dus onrechtstreeks wel bijzonder zware gevolgen hebben. Een snelle ingreep van de Vlaamse Regering om de vastgestelde onwettigheid te repareren, lijkt aangewezen om de rechtszekerheid te herstellen.

Bron: Landbouwleven (J.O.)

Te vinden in: Leghennen , Alle categorieën , Braadkippen , Wetgeving , Moederdieren - Broeierij , Juridisch , Antwerpen