Alea iacta est, voortaan is er geen 16 weken termijn meer wanneer er een ophokplicht door de overheid wordt opgelegd. Vrije-uitloopeieren blijven zodoende hun status behouden, ongeacht de duur van de ophokplicht. De oorspronkelijke 16 weken termijn komt dus te vervallen. Deze gewijzigde Europese regelgeving voor de handelsnormen voor consumptie-eieren werd op 8 november gepubliceerd in het Europees publicatieblad.
In het verleden dienden vrije uitloopbedrijven hun eieren met een code twee (scharrelei) te stempelen als de ophokplicht, als beschermingsmaatregel tegen vogelgriep, de 16 weken termijn overschreed. “Met deze gewijzigde handelsnormen voor consumptie-eieren vervalt dit en zal de pluimveehouder zijn eieren blijvend kunnen stempelen met code 1, iets waar wij al lange tijd vragende partij van waren. De ophokplicht wordt door de overheid opgelegd om te voorkomen dat ander pluimvee besmet zou worden met HPAI. De pluimveehouder heeft hier zodoende geen vrije keuze in, maar het is wel de pluimveehouder die geconfronteerd wordt met de afwaardering van de eieren.”, aldus Martijn Chombaere, beleidsmedewerker bij de Landsbond Pluimvee.
Deze gewijzigde handelsnormen laten het ook toe om de vrije uitloop-ruimte voor andere doeleinden, zoals zonnepanelen, te gebruiken. Hierbij is echter een delegatie vereist van de lidstaat, dit is dus niet automatisch mogelijk. Hiervoor zullen we met de ander bevoegde partijen op korte tijd aanpassing doen van het huidige BVR leghennen.
Bron: Eigen verslaggeving – foto: Shutterstock