Actualiteit

FAVV laat opnieuw de afvoer toe van broedeieren vanuit de 10 km-zone Deerlijk naar de broeierij

FAVV laat opnieuw de afvoer toe van broedeieren vanuit de 10 km-zone Deerlijk naar de broeierij

Het FAVV liet in een communicatie weten dat het opnieuw de afvoer toelaat van broedeieren vanuit de 10-km zone Deerlijk naar de broeierij. Dit kan gebeuren onder dezelfde voorwaarden als in Menen, nl. een onderzoek van de dieren door de dierenarts voor de afvoer en het apart uitbroeden van deze eieren in de broeierij.

 

MAATREGELEN VAN TOEPASSING IN HET TOEZICHTSGEBIED DEERLIJK

 

Maatregelen

 

Het document “maatregelen in een toezichtsgebied” kunt u raadplegen door te klikken op volgende link.

 

Derogaties

 

Slachthuizen die zich in de zone bevinden mogen pluimvee ontvangen van bedrijven gelegen buiten de beperkingsgebieden en, van zodra dit toegelaten is, van bedrijven gelegen in de beperkingsgebieden, op voorwaarde dat ze de toegelaten corridors volgen.

De toegelaten corridor is de volgende:

 

VAN-O-BEL NV, Transvaalstraat 35, Waregem (Sint-Eloois-Vijve) 
Vanaf E17, afrit 5; vervolgens N382 tot aan het kruispunt met N43 (Gentseweg); vervolgens N43 richting Gent; aan de 1ste verkeerslichten is de straat 45° rechts de Transvaalstraat.

 

Slachtpluimvee kan vanaf 03.02.2021 onder de voorwaarden opgenomen in de procedure vermeld in eerdere berichtgeving worden afgevoerd naar een slachthuis om logistiek te worden geslacht.

 

Broedeieren kunnen vanaf 05.02.2021 onder de voorwaarden opgenomen in de onderstaande procedure worden afgevoerd naar een broeierij om in gecontroleerde omstandigheden te worden uitgebroed.

 

Toepassing

 

Deze instructie is voor onbepaalde duur van toepassing vanaf 29.01.2021.

 

AFVOER VAN BROEDEIEREN AFKOMSTIG VAN EEN TOEZICHTSGEBIED OF EEN TIJDELIJKE BUFFERZONE

Het vervoer van broedeieren is verboden in een toezichtsgebied of een tijdelijke bufferzone die worden ingesteld nadat hoogpathogene aviaire influenza is vastgesteld. Voor broedeieren, geproduceerd op een vermeerderbedrijf in deze zones, is een ontheffing op dat verbod nodig om deze eieren te kunnen laten afvoeren naar een broeierij, waar ze in gecontroleerde omstandigheden kunnen worden uitgebroed.

 

Behalve deze afwijking, kunnen broedeieren ook verwerkt worden in een eierbrekerij (inrichting voor de bereiding van eiproducten zoals bepaald in hoofdstuk II, sectie X van bijlage III van de verordening (EG) nr. 853/2004). Dit kan onder dezelfde voorwaarden als die welke gelden voor consumptie-eieren die worden afgevoerd vanuit legbedrijven in deze zones.

 

Algemene organisatie

 

Een bedrijf, dat gelegen is in een toezichtsgebied of in een tijdelijke bufferzone en dat zijn broedeieren wil laten afvoeren naar een broeierij, richt eenmalig per mail een aanvraag aan zijn LCE (pri.xxx@favv-afsca.be, met xxx de afkorting van de betrokken LCE).

De LCE evalueert de aanvraag en zendt de operator een antwoord binnen de 24h.

 

Voorwaarden

 

De aanvraag voor een ontheffing moet de volgende informatie vermelden:

 

  • de (gewenste) datum van begin van de afvoer,
  • de frequentie van ophaling,
  • het verwachte gemiddelde aantal eieren per ophaling,
  • de broeierij van bestemming,
  • wie de ophaling verzorgt,
  • via welk traject de eieren naar de broeierij afgevoerd worden.

De volgende werkwijze is van toepassing op het vermeerderbedrijf dat een derogatie heeft ontvangen:

 

  • De afvoer van broedeieren kan starten ten vroegste 24h na het ontvangen van de goedkeuring van de LCE.
  • De broedeieren mogen enkel afgevoerd worden naar de in de derogatie opgegeven broeierij, hetzij een eierbrekerij.
  • Bij elke afvoer van broedeieren naar de broeierij wordt het aanwezige pluimvee in de 24 uur voordien klinisch onderzocht door de bedrijfsdierenarts. De dierenarts:
    • rapporteert en dagtekent zijn bevindingen op de fiche waarop de pluimveehouder de productieparameters van de betrokken toom bijhoudt;
    • rapporteert zijn bevindingen d.m.v. het document in bijlage 1 aan de LCE (pri.xxx@favv-afsca.be; zie hoger) en aan de betrokken broeierij.
  • Er mag enkel wegwerpverpakking gebruikt worden voor het vervoer van de eieren.
  • Het transport naar de broeierij moet rechtstreeks en zonder tussenstop gebeuren (1 op 1 vervoer).v Het correct en duidelijk ingevulde document in bijlage 1 vergezelt het vervoer naar de broeierij.
  • De 4 dagenregel geldt voor alle betrokken voertuigen, materiaal en personen, behoudens uitzonderingen toegestaan door het FAVV.

De volgende werkwijze is van toepassing op een broeierij die de betrokken broedeieren ontvangt:

 

  • De broeierij bevestigt de goede ontvangst van de eieren door het vervoerdocument, dat de eieren vergezelt, aan te vullen en per mail aan de LCE (pri.xxx@favv-afsca.be; zie hoger) over te maken.
  • De broeierij ontsmet de broedeieren.
  • De traceerbaarheid van de eieren moet verzekerd zijn. De eieren moeten zo geïdentificeerd worden, dat het pluimveebedrijf van oorsprong gekend is.
  • De broeierij houdt broedeieren afkomstig vanuit een beperkingsgebied duidelijk en strikt gescheiden van broedeieren van buiten dergelijke beperkingsgebieden, zowel op het niveau van de opslag als het uitbroeden.
  • De eendagskuikens, afkomstig uit de broedeieren uit een beperkingsgebied, kunnen enkel op nationaal grondgebied worden afgezet.          

Toepassing

 

Deze instructie is van toepassing vanaf haar activatie door het FAVV voor het betrokken toezichtsgebied of de betrokken tijdelijke bufferzone. Ze blijft van toepassing tot het opheffen van deze zone.         
 

Sinds de uitbraak in Deerlijk zijn er geen nieuwe besmettingen meer vastgesteld in België. Elders in Europa blijft vogelgriep verder uitbreiden. De epizoötie lijkt nu ook in Centraal- en Oost-Europe goed op gang te zijn gekomen. Hieronder vinden jullie het overzicht van de besmettingen en de kaarten (kaart 1: besmettingen bij commercieel pluimvee in rood, bij hobby en andere vogels in blauw; kaart 2: besmettingen bij wilde vogels).

Te vinden in: Alle categorieën , Wetgeving , Moederdieren - Broeierij , Dierengezondheid