De Gezondheidsdienst voor Dieren (GD) heeft in opdracht van AVINED een vervolgonderzoek uitgevoerd naar de ziekteverschijnselen van H3N1 bij jonge leghennen van 5 weken oud. De GD verwacht dat de conclusies bij braadkippen van diezelfde leeftijd gelijklopend zouden zijn.
Uit het onderzoek van de GD is gebleken dat:
- Een H3N1-infectie zich minder makkelijker stelt bij jonge dieren.
- Indien de jonge hennen geïnfecteerd zijn, dit heel wat minder tot uiting komt onder de vorm van klinische verschijnselen (nauwelijks, uitgezonderd één sterfgeval) dan bij leggende dieren.
- De virusuitscheiding bij jonge dieren is beperkt i.v.m. deze bij leggende dieren.
- Virusuitscheiding zonder klinische verschijnselen valt niet uit te sluiten.
Bij een H3N1 infectie in jonge dieren lijkt de verspreiding tussen dieren en koppels veel minder efficiënt te zijn dan bij leggende dieren. Jonge dieren worden namelijk minder snel besmet en scheiden, bij besmetting, het virus minder uit. Het feit dat er al enkele weken geen nieuwe uitbraken meer zijn en er een algemene screening lopende is waarbij voorlopig alle resultaten (55) negatief zijn, doet de pluimveesector toch enigszins al opgelucht ademhalen.
Tekst: Pluimvee – Bron: AVINED