De Landsbond Pluimvee heeft een schrijven gericht naar het Federaal Agentschap voor de Voedselveiligheid (FAVV) en naar het kabinet van federaal minister van Landbouw, D. Clarinval, met het verzoek tot het instellen van een ophokplicht gezien de steeds dreigendere situatie in de ons omringende landen en de potentiele implicaties op de ganse Belgische pluimveesector.
Ophokplicht buurlanden
Gelijktijdig met de eerste uitbraak van hoogpathogene vogelgriep in Zeewolde, Nederland, op 26 oktober stelde minister Schouten van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit een ophokplicht in voor alle pluimveebedrijven in Nederland.
Op 5 november stelde eveneens de Franse minister van Landbouw een ophokplicht in nadat het risico voor vogelgriep in Frankrijk opgeschroefd was naar "hoog" als gevolg van een toename van het aantal gevallen in verschillende landen, waaronder Nederland, Duitsland en Italië. Ook in Frankrijk zijn er een drietal gevallen van vogelgriep op hobbybedrijven in de Franse Ardennen en het departement Aisne vastgesteld. Hiermee hoopt de Franse regering een herhaling van het scenario van vorige winter te voorkomen, toen er bijna 500 uitbraken van hoog pathogene vogelgriep op professionele houderijen waren.
Verzoek instellen ophokplicht
“Het aantal vogelgriepgevallen in Nederland en de andere ons omringende buurlanden neemt geleidelijk aan toe. Frankrijk is daarom ook reeds overstag gegaan om een ophokplicht in te stellen om de sector zoveel mogelijk trachten te vrijwaren. Het FAVV heeft bovendien al meermaals benadrukt dat er een zwaar vogelgriepseizoen voor de deur staat. Als pluimveeorganisatie zien wij dan ook geen enkele reden om nog langer op de rem te staan voor het instellen van een ophokplicht. Als het virus in België uitbreekt, zijn we sowieso één dag te laat - zoals in Nederland -, daarom benadrukken we dat we een ophokplicht liever twee weken te vroeg zien dan één dag te laat”, aldus Danny Coulier, voorzitter van de Landsbond Pluimvee.
Tekst: Eigen verslaggeving – Foto: Shutterstock