Actualiteit

Gecoördineerde bestrijding H3-virus eindelijk een feit

Gecoördineerde bestrijding H3-virus eindelijk een feit

De sector heeft er uiteindelijk maanden moeten op wachten, maar op donderdag 11/07/2019 zal het KB betreffende de bestrijding van influenza van het type H3 bij pluimvee gepubliceerd worden waardoor er eindelijk van start gegaan kan worden met de gecoördineerd bestrijding van het H3-virus.

Wettelijke termijn tot het afdoden van de dieren

Besmette bedrijven dienen binnen een bepaalde periode geruimd te worden, in het KB wordt er hiervoor onderscheid gemaakt tussen bedrijven waarbij de besmetting is vastgesteld voor publicatie en voor bedrijven waarbij de besmetting wordt vastgesteld na publicatie van het KB.

  • Een bedrijf met pluimvee dat besmet is voor publicatie van het KB (en na 1 april) heeft 21 dagen de tijd na het bevel tot doding van het FAVV om de dieren te doden.
     
  • Een bedrijf met pluimvee dat besmet is na publicatie van het KB heeft 14 dagen de tijd na het bevel tot doding van het FAVV om de dieren te doden. Dit met uitzondering van braadkippen (> 14 dagen) waarbij de dieren binnen de 30 dagen na het afmakingsbevel van het FAVV gedood dienen te worden.

Het afdoden van de dieren dient steeds te gebeuren op inrichtingsniveau en niet op beslagniveau waarbij er enkel geruimd kan worden voor klinisch zieke dieren, te klein of een gebrekkige slachtcapaciteit.

Welke stappen dient de pluimveehouder te ondernemen?

  1. Bij een bedrijf dat besmet is na publicatie van het KB:
    1. Het lokale controle-eenheid van het FAVV (LCE) zal een bedrijfsbezoek doen ter plaatse.
    2. De LCE zal de nodige documenten verzamelen: inventaris, info contacten, stalfiches met uitval en productieparameters, leverbonnen, ophaalgegevens Rendac,…
    3. LCE zal het dodingsbevel leveren.
    4. Het is de pluimveehouder die verantwoordelijk is voor het doden door de dieren, zijnde door:

# De dieren te laten slachten,
# Door een aanvraag tot ruimen op het bedrijf in te dienen bij het LCE indien de dieren niet in  aanmerking komen om te slachten. Aangezien de LCE ter plaatse is kan dit rechtstreeks gebeuren.

  1. Bij een bedrijf dat besmet is voor publicatie van het KB, maar reeds is vrijgegeven of wachtende op vrijgave:
    1. LCE levert kennisgeving van besmetting waardoor er aanspraak kan gemaakt worden op een leegstandsvergoeding.
  1. Bij een bedrijf dat besmet is voor publicatie KB, maar waarbij het bedrijf nog niet is vrijgegeven en waarbij er nog levende dieren aanwezig zijn:
  1. LCE zal de pluimveehouder contacteren en vragen om de nodige documenten door te sturen, het LCE komt dus in eerste instantie niet ter plaatse. Het beste is echter wel dat de pluimveehouder zelf rechtstreeks contact zoekt met de desbetreffende LCE dienst.
  2. LCE zal het dodingsbevel leveren,
  3. Het is de pluimveehouder die verantwoordelijk is voor het doden door de dieren, zijnde door:

# De dieren te laten slachten,
# Door een aanvraag tot ruimen op het bedrijf in te dienen bij het LCE indien de dieren niet in    aanmerking komen om te slachten, het LCE zal komen controleren of de dieren al dan niet in aanmerking komen om te ruimen.

De contactgegevens van de betrokken LCE’s kunnen hier geraadpleegd worden.

Opmerking: Wat het ruimen betreft zal het FAVV prioriteit geven aan klinisch zieke bedrijven, daar de virusuitscheiding daar het hoogst is. Indien dieren geen klinische ziektesymptomen vertonen en dienen geslacht te worden met oog op het in de voedselketen te brengen, dient er eveneens een geldige salmonella-analyse voorgelegd worden. Belangrijk is dus tijdig de salmonellastaalname(s) te verrichten en de aanvraag tot afdoding aan het LCE over te maken.  

Hoe zit het nu concreet wat de vergoedingen betreft?

Operationele kosten t.g.v. het ruimen zijn ten laste van het FAVV. Voor de vergoedingen zelf zal er gebaseerd worden op de waardetabellen en dit aan een refractiecoëfficiënt van 0,90. Een mogelijke validatie door het in de voedselketen te brengen van broedeieren of pluimveevlees zal in mindering worden gebracht van  de vervangingswaarde, de refractiecoëfficiënt zal op het verschil worden toegepast. Voorlopig kan er enkel maar een vergoeding bekomen worden voor het aantal levende dieren op moment van publicatie van het KB en zal de dan geldende leeftijd in beschouwing worden genomen. Bij bedrijven waarbij de besmetting pas wordt vastgesteld na publicatie zal de datum van positieve staalname gelden als referentie inzake dieraantallen en leeftijd.

Ondertussen blijft de sector alles in het werk stellen om een oplossing te bekomen voor de retroactiviteit.

Tekst: Eigen verslaggeving

Te vinden in: Leghennen , Alle categorieën , Braadkippen , Wetgeving , Moederdieren - Broeierij , Laagpathogene aviaire influenza H3N1