Actualiteit

Bestrijdingsmaatregelen H3-stam: Screening bedrijven in de besmette regio gaat van start

Bestrijdingsmaatregelen H3-stam: Screening bedrijven in de besmette regio gaat van start

Sinds er laagpathogene influenza van het type H3 is opgedoken in Oost- en West-Vlaanderen zorgt dit voor grote problemen op pluimveebedrijven. Het virus treft vooral bedrijven met leghennen, moederdieren en kalkoenen. De hoge mortaliteit en het feit dat de leggende dieren uit de leg vallen zorgt ervoor dat de schade op de getroffen bedrijven erg hoog oploopt. Ondanks de verhoogde bioveiligheid blijkt het virus toch erg makkelijk te verspreiden. De verspreiding van de ziekte gebeurt via contacten, maar ook de wind speelt wellicht een belangrijke rol. Dat wil zeggen dat ook de braadkippenbedrijven in de besmette regio zijn blootgesteld aan het virus. Tot nu toe zijn er gelukkig slechts maar enkele braadkippenbedrijven in Oost en West-Vlaanderen waar het virus voor problemen zorgt. Feit is wel dat het virus zich  op die manier wel verder kan verspreiden, zonder dat dit boven de radar komt. Op termijn kan het virus terug overslaan en voor problemen zorgen in de vermeerdering- en leghennensector.

 

Om alle mogelijke risico’s op spreiding van het virus via de braadkippen te vermijden, zal een screening worden uitgevoerd op de braadkippen- en kalkoenenbedrijven in de getroffen regio met als doel het virus aanwezig op deze bedrijven op te sporen en zo de kans op een herintroductie van het virus in de leg- en vermeerderingssector te verkleinen.  Deze screening dient éénmalig uitgevoerd te worden voor elk hok en loopt van 29 juli tot en met 30 september. De screening werd uitgewerkt door de totale pluimveekolom, verenigd binnen VEPEK.

 

De staalname wordt uitgevoerd door de bedrijfsdierenarts en de erkende vereniging DGZ zal deze screening coördineren.

 

Welke bedrijven?

 

De screening zal uitgevoerd worden op alle pluimveebeslagen, uitgezonderd opfok leg, leg, opfok vermeerdering en vermeerderingspluimvee, boven de as het Kanaal Gent-Terneuzen – Oudenaarde – Doornik. Dit betreft de volledige provincie West-Vlaanderen, inclusief een aantal gemeenten in Oost-Vlaanderen en enkele bedrijven in Henegouwen.

 

Deze maatregel is zeer belangrijk voor de gehele pluimveesector en zal door Belplume als voorwaarde mee worden opgenomen voor de bedrijven die in het screeningsgebied liggen. Verder zullen de broeierijen ook vragen naar het bewijs van screening vooraleer er kuikens worden opgezet.

 

Protocol voor monstername?

 

De monstername dient uitgevoerd te worden:

  • door de bedrijfsdierenarts
  • in de periode 29/7/2019 30/9/2019
  • éénmalig op hokniveau, m.a.w. per inrichting dient elk hok éénmaal bemonsterd te worden.
  • voor braadkippen tussen de 3035 dagen ouderdom
  • voor kalkoenen 1 week vóór ze worden afgevoerd naar het slachthuis. Ten laatste tegen 30 september 2019 dienen alle beslagen met aanwezige kalkoenen bemonsterd te worden binnen de zone, ook al hebben ze op dat moment de slachtleeftijd nog niet bereikt.
  • door 30 dieren per hok te bemonsteren

 

De bedrijfsdierenarts zorgt er voor dat de stalen worden geanalyseerd in het labo.

 

Wat als mijn stal positief wordt bevonden?

 

Wanneer de PCR in het labo aangeeft dat het stal positief is, dan dient het bedrijf de maatregelen uit te voeren die opgelegd zijn in het kader van de bestrijding van het virus. De maatregelen zijn van toepassing op de volledige inrichting:

 

  • Afvoer van dieren is enkel mogelijk met bestemming het slachthuis, mits uitzondering van het vertonen van klinische symptomen
  • Het bedrijf moet volledig leegkomen
  • Mest en strooisel van alle stallen op het bedrijf dient te worden gedesinfecteerd alvorens te worden afgevoerd en verwerkt (hittebehandeling)
  • Alle pluimveemest, en strooisel worden gekanaliseerd verwerkt (compostering of verbranding);
  • De afvoer van de mest moet gebeuren in gesloten of met een dekzeil afgedekte containers.
  • De stallen moeten grondig gereinigd en ontsmet worden
  • Er moet een leegstand van ten minste 21 dagen na de R&O gehanteerd worden vooraleer het bedrijf mag herbevolkt worden.

 

Wie dient dit te betalen?

 

De onkosten met betrekking tot de staalname door de bedrijfsdierenarts en de analyse wordt gedragen door het Sanitair Fonds.

 

Gelieve uw bedrijfsdierenarts te contacteren met betrekking tot deze staalname en alvast bedankt voor uw medewerking.

 

Alle informatie met betrekking LPAI H3 kunt u hier vinden.

 

Te vinden in: Leghennen , Alle categorieën , Braadkippen , Moederdieren - Broeierij , Laagpathogene aviaire influenza H3N1